fig
iSf
militaire politiek uan 3apan.
fl. De militaire politiek pan het kabinet-Okuma.
Vroeger werd een overzicht gegeven van de omstandigheden,
welke leidden tot den val van het kabinet-Yamamoto en het optre
den van het kabinet-Okuma en werden eenige vermoedens betref
fende de militaire politiek van het nieuwe kabinet uitgesproken,
waartoe de antecedenten van den nieuwen minister van oorlog en
van een paar andere militaire autoriteiten, waarvan de benoeming
met het optreden van het ministerie in nauw verband stond, aanlei
ding gaven. Uit den aard der zaak verkeerde men in Japan in groote
spanning omtrent de houding, welke Graaf Okuma en de zijnen
tegenover de hangende belasting- en militaire vraagstukken innemen
zouden. Echter veroorzaakten het overlijden van de Keizerin-We
duwe en de omvangrijke voorbereidingen tot de plechtige teraarde
bestelling een tijdelijken stilstand in de binnenlandsche politiek
en duurde het tot het einde van Juni, vóórdat de rijksdag in bui
tengewone zitting i) bijeenkwam, echter zonder dat de regeering
zich duidelijk en onomwonden over de te volgen belasting- en mili
taire politiek uitsprak. Wel gaf het indienen van eene suppletoire
marinebegrooting aanleiding tot het stellen van tal van vragen op dit
gebied door eenige afgevaardigden, doch de minister-president ver
klaarde zulke en andere vragen niet te kunnen beantwoorden, zoolang
de nieuw ingestelde Raad voor de Landsverdediging daaromtrent nog
niet van advies gediend had. De suppletoire marinebegrooting werd
met algemeene stemmen aangenomen, zooals reeds vroeger bericht
werd.
De hierboven genoemde Raad voor de Landsverdediging werd
ingesteld bij Keizerlijk Besluit van 22 Juni, alzoo hangende de zit
ting; het luidt, vertaald, als volgt:
(1) De tweede van dit jaar; de eerste was gewijd aan het goedkeuren
van de credieten ten behoeve van de begrafenis van de Keizerin-Weduwe.
1012