Ooerzicbf can eenige buitenlandscbe Tijdschriften. Jahrbücher f. d. d. Armee und Marine No. 513. Balck vervolgt in een art. over Neufranzösische Taktik zijne beschouwingen over de nieuwe Fr. reglementen en constateert (met genoegen?), dat deze vrijwel met de D. ideeën over gevechts voering overeenstemmen, o. a. wat aangaat het gebruik van reserves: deze moeten gebruikt, niet achtergehouden worden. Hij haalt daarbij een uitspraak van Grandmaison aan n. 1. „Het verkeerd aanwenden v. d. reserve is een fout, haar in 't geheel niet te ge bruiken een misdaad". Ook doet hij nog eens uitkomen de nood zakelijkheid voor een bevelhebber om doof te zijn voor alle ver zoeken om versterking, hetgeen we nog wilden uitbreiden met: „hij mag niet schromen, om als hij dit in 't belang v. 't geheel noodzakelijk acht, alle troepen die z. i. elders gemist Kunnen wor den, aan te trekken en moet doof blijven voor alle betoogingen, dat ze op de plaats, waar zij zijn, niet gemist kunnen worden. Balck vestigt verder de aandacht op het feit, dat het oude Fr. denkbeeld, hetwelk we ook in ons V. V. aantreffen, n. I., dat de voorhoede den A. B. de vrijheid moet verschaffen het 'gevecht aan te nemen of er zich aan te onttrekken, net alsof er aanvanke lijk zonder doel in de richting des vijands gemarcheerd was, geheel verlaten is. O. i. terecht; men marcheert met een doel en wanneer daarbij de vijand zich in den weg stelt, moet hij verdreven worden. Dat zulks niet mogelijk is, kan men als regel pas weten, als het gevecht ongunstig verloopt. Het Fr. reglement zegt, dat op sommige deelen van het gevechts front meer het binden van krachten op [den voorgrond staat, terwijl elders de beslissing gezocht wordt. De A. B. verkrijgt deze ver- deeling (-en groepen) door toebedeeling van breedere en snellere strijdfronten, maar niet door aan de verschillende groepen een ver schillende taak op te dragen, m. a. w. den groepen wordt niet medegedeeld of zij al dan niet tot de beslissende behooren, daar dit vooral bij den aanval zou voeren tot een slappe gevechtsvoering bij de- groep. Bij de inleiding zij men spaarzaam, met inf., doch zette vroeg tijdig en in voldoende kracht art. in (dit laatste wordt bevorderd door indeeling van art. in de voorhoede). 1064

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 78