Dec. 1914.] De geneeskundige dienst te Velde. van het uit te zenden detachement zou hebben ontvangen, tot dezen hebben begeven en na mij te hebben overtuigd, dat ik hem niet stoorde in meer gewichtige bezigheden, hebben gezegd „U hebt 'Is V. S. aan het verkenningsdetachement toegevoegd, weet u wel generaal, dat daarbij 12 voertuigen en 4 raderbrancards zijn ingedeeld?" Ik stel me voor, dat de A, B. ongeveer zou hebben geantwoord„'t Is goed dat ge me daarop opmerkzaam maakt dokter, want ik had die '|s verbandsectie alleen aan het detachement toe gevoegd, om het wat meer moreelen steun te geven, maar nu al die voertuigen er bij komen, acht ik het beter ze maar thuis te laten, want ziet u, zoo'n verkenningsdetachement is net als een voelhoorn. Het moet zich vlug kunnen verplaatsen en als het zijn doel bereikt heeft zich snel terug kunnen trekken. Met een ernstig gevecht, laat het zich niet in. Maar denkt u, dat de voertuigen van de geneeskundige sectie voldoende zullen zijn om zoo noodig de zwaar gewonden te kunnen vervoeren?" De chefarts zou daarop antwoorden: „Zooals u reeds zei, generaal, zal het detachement zich waarschijnlijk niet met een ernstig gevecht inlaten en zal vermoe delijk het aantal niet marschvaardige gewonden zoo groot niet zijn. Mocht het getal echter grooter zijn dan verwacht wordt of mocht de tijd om ze mee te voeren ontbreken, dan kunnen, zooals ook bij een achterhoede gevecht om tijdwinst gebeurt, niet marsch vaardige gewonden gerust met een ziekenverpleger of een ander vertrouwd persoon worden achtergelaten. De conventie van Genéve heeft daarin voorzien. De in handen van den vijand gevallen gewonden moeten door dezen even zoo behandeld worden als hunne eigen. Zelfs de Japanners, hoewel de meesten hunner te voren nooit een Europeaan gezien hadden, hebben door hun ijzere discipline de bepalingen van genoemde conventie steeds weten te doen eerbiedigen. Maar er is nog een andere reden waarom ik die 1 |s V. S. liever niet wil meegeven. Afgezien nog van het feit, dat het niet wenschelijk is, de V. S. zonder noodzaak uit elkaar te rukken, bestaat er nog de kans, dat ze in handen van den vijand valt. Er bestaat wel eene bepaling in die conventie, dat het personeel van den genees kundigen dienst onzijdig is en niet als krijgsgevangen mag worden beschouwd. Maar dat beteekent nog niet, dat men het binnen enkele dagen terug heeft. Bij het gevecht van Villepion 1 December 1870 werden Duitsche officieren van gezondheid met hun personeel gevan- 1094

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 14