Lessen uit den teqenwoordigen oorlog. [Dec. 1914. op het moderne gevechtsveld de materieele en moreele uitwerking van mitrailleurvuur het grootst is. Dit komt niet onverwacht, maar toch is het goed er nog eens de aandacht op te vestigen. Wij zien ook nu weer bevestigd, dat niet de oefeningen in het schieten, doch de zenuwstorende invloeden van het gevechtsveld den doorslag geven, wat betreft de resultaten van het infanterievuur. Of juister gezegd, dat het in de oorlogvoerende legers nog niet gelukt is, door schietoefeningen die zenuwstorende invloeden voldoende te elimineeren. En dat, hoewel wij te doen hebben met legers met zeer langen eersten oefeningstijd, waarin ook de schietsport met succes wordt beoefend, 't Blijft altijd het oude liedje: „Iedere man kost zijn gewicht aan lood". Maar het infanteriegeweer zonder zenuwen, de mitrailleur, die veel gemakkelijker dekking vindt in het terrein, die somtijds reeds van te voren gericht kan worden op wegen, bruggen of andere defile's, ondervindt die storende invloeden niet of althans lang niet in dezelfde mate en de uitkomsten ervan zijn daaraan omgekeerd evenredig. Bovendien blijkt de mitrailleur ook tegen vliegtuigen een geschikt wapen te zijn, ik las althans eenige interviews met vliegeniers, die het mitrailleurvuur zeer onaangenaam hadden gevonden, terwijl ze lachten om het schieten der infanterie. Deze ervaring is voor ons eigenlijk een gelukje. Niet alleen toch is reeds in vredestijd ons infanterievuur van een vrij droevig gehalte, (Inlanders), doch verhooging van de weerkracht van ons legerwaar van de noodzakelijkheid in de laatste jaren door zéér bevoegden met klem is betoogd—is voor ons vrijwel onbereikbaar door ver grooting van het aantal geweren, tenzij men zijn toevlucht neemt tot het minst krijgshaftige menschenmateriaal, dat wij thans in onze gelederen hebben. Europeanen toch zijn zelfs voor de huidige leger- sterkte niet in voldoende mate te krijgen, en een Europeesche militie, waarvan velen zich tegenwoordig gouden bergen beloven, zal waar schijnlijk alleen met zéér korten oefeningstijd zijn in te voeren, terwijl de bruikbaarheid in oorlogstijd, ook al in verband met het groot aantal vreemdelingen, naar ik vrees, niet mee zal vallen, terwijl, als deze worden uitgeschakeld, en na aftrek van hen, die betrekkin gen bekleeden, waarin zij ook bij mobilisatie moeten worden gehand haafd, er niet heel veel zal overblijven. Uitbreiding van het aantal mitrailleurs zal echter heel goed moge- 1113 I. M. T. 1914 74.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 33