w w Oriënteering met behulp Dan hemellichamen. Voor de oriënteering met behulp van het sterrebeeld de ORION, wordt in het V.V. als eigenschap opgegeven: „Komt in het Oosten op en gaat in het Westen onder." Men kan dus eigenlijk pas na eenigen tijd van waarnemen besluiten waar het beeld precies staat. In het volgende zal getracht worden uiteen te zetten, hoe uit het beeld zelf direkt de hemelstreken zijn te vinden, terwijl met gebruik making van bovengenoemde eigenschap de middelen zullen worden aangegeven om zich ten allen tijde te kunnen oriënteeren, zoo slechts één ster zichtbaar is. Daar het doel is ook de mindere militairen hiervan profijt te doen trekken, is het onderwerp zoo eenvoudig mogelijk behandeld. Het beeld ORION, ziet er in hoofd zaak uit als in nevenstaande figuur; enkele sterren buiten de stippellijn be- hooren er nog bij, doch kunnen buiten beschouwing blijven. De namen der voornaamste sterren (zij zijn voor het beoogde doel niet van nut) zijn: x Betelgeuze, K ----- Saiph, j Bellatrix, (3 Rigel. S, s en vormen samen den Jakobsstaf. Bij de beschouwing van de figuur moet men zich haar georiën teerd denken, dus het papier boven het hoofd houdende, kunnen lezen wanneer het Noorden gericht is. Men moet van het beeld slechts onthouden: Noordkant. x Zuidkant. 1117 O o e\ y c a C/D cu VI T K*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 37