verzamelstelling te zijn opgerukt, niet op een bepaald punt halt
houden, om een ander soort flankformatie te gaan aannemen en dan
door te rukken naar de stormstelling! Dan had men beter dadelijk
in deze laatste formatie den marsch van uit de verzamelstelling
kunnen aanvangen, om daardoor de moeilijkheden van een formatie
verandering bij nacht te ontgaan en tijdverlies te voorkomen.
Indien mijne bovenvermelde meening onjuist is, houd ik mij voor
inlichtingen daaromtrent ten zeerste aanbevolen.
In de 5ealinea op blz. 33, luidende: „Een afdoende verlichting van
het voorterrein is die door zoeklichten", had n. m. m. kunnen zijn
bijgevoegd: „mits van voldoenden diameter en lichtsterkte." Bij een
destijds nabij Meester-Cornelis gehouden nachtelijke oefening althans
deden de zoeklichten der verdedigende partij uitsluitend dienst als
punten van richting voor den aanvaller en werd tengevolge van het
veel te gering vermogen dan ook absoluut niet voldaan aan wat het
slot van evengenoemde alinea vermeldt; zij vergemakkelijkten inte
gendeel 's aanvallers opmarsch en bevorderden het onderhouden
van zijn verband.
Nog moet mij de opmerking van het hart, dat de angst voor het
geven van schema's thans blijkbaar geweken is en dat ik de toevoeging
der drie duidelijke bijlagen ten zeerste toejuich. Ik ben het zoo vol
komen eens met wat Ritmeester de Wit aan het slot van zijn artikel
in de November-aflevering van 1913 zegt: „Ik vermeen, dat een
goed schema, met oordeel aan terrein en eigen toestand aangepast,
vele en velerlei voordeelen geeft".
...K...
1126
Dec. 1914.} VERSCHENEN „LEIDRAAD NACHTELIJKE OEFENINGEN".