Uit de practijk. [Dec. 1914.
Maar tegen een krachtigen indringer is eene zwakke bescher
ming onvoldoende en dan ben ik alles tegelijk kwijt: zoowel
het meest waardevolle ais de rest. Of vermoedelijk nemen ze
het waardevolle en laten mij de snertdingen. Neen, dan houd
ik het bij mijn kleine, doch sterke brandkast.
En als ze dan je voorgalerij leeg stelen?
In Godsnaam. Als ze Atapoepoe, ik bedoel de palmen in potten
stelen, dan is het niet onoverkomelijk. De kebon zal zelfs blij
zijn, dan behoeft hij minder te begieten.
En wij kunnen dan niet meer naar Atapoepoe overgeplaatst
worden.
Soldatenbrieven.
Lieve Ouders. Aangezien zoo dadelijk een koerier naar Parijs ver
trekt, schrijf ik U inderhaast, dat we heden onder de oogen van
den Keizer eene schitterende overwinning bij Montmirail hebben
behaald en daarbij vele duizenden gevangenen gemaakt en wel
honderd kanonnen veroverden.
Lieve Ouders. Hoewel ik niet weet, of deze brief U bereiken zal,
daar ik in weken geene tijding van U ontving, schrijf ik toch maar.
We zijn per trein gedurende twee dagen vervoerd en vechten nu
dag en nacht in een streek, die ik niet ken en anders toch niet
zou mogen noemen. Men zegt, dat Generaal X onze commandant is.
Wilt U mij eens wat schrijven, hoe het met den oorlog gaat? We
krijgen hier in de loopgraven zoo nu en dan weieens een officiëel
bulletin, maar we hebben geene kaarten waarop al die namen van
kleine plaatsjes staande luitenant zegt, dat we overal terrein winnen.
Hier liggen we al dagen in dezelfde loopgraaf; ze zeggen dat het
regiment links van ons eergisteren één mitrailleur heeft veroverd
en vijftien gevangenen maakte.
1814.
1914.
1135