Dec. 1914] Uit de pers. terug, over het heele front. Weken en weken, ten slotte een maand verging, en zij kwamen niet meer verder. Toen verstomde het gespot met de Fransche soldaten. De Fransche artillerie, waarover men eerst de schouders had opgehaald, bleek een verschrikkelijk wapen, zoowel door de kwaliteit van het materiaal als van de manschappen. Toen men thuis bij de pappot nog met deze dingen gespot had, hadden de dappere Duitsche soldaten in het veld den Franschen granaten, die zulke verschrikkelijke verwoestingen aanrichtten in hun gelederen, reeds den naam van „Zwarte slachters" gegeven. Men had hier in militaire kringen zeer goed geweten, over welk een voortreffelijk veldgeschut de Fransche artillerie beschikte, en toch had men haar misschien nog onderschat. Evenzoo verging het hier het publiek met de Fransche vliegers. Wij hoorden van de werkelijk stoute en bewonderenswaardige verrichtingen der Duitsche vliegers, die dagelijks over Parijs vlogen, en men las niet van dezelfde, eclatante daden der Fransche vliegeis. Wij kregen hier werkelijk den indruk alsof de Fransche vliegerij haast niet meer bestond. Dat duurde tot wij de eerste verhalen van terugkeerende gewonde oificieren te hooren kregen. Die waren ver baasd over de opvatting, die wij hier hadden van de Fransche vliegers. Wisten wij dan niet, zoo vroegen zij, dat die vliegers een bezoeking waren voor het Duitsche leger? Als een marcheerende colonne, of een troep in dekking een vlieger boven zich zag zweven, dan kon men zeker binnen weinige minuten een welgemikte regen van granaten verwachten. Eerst dachten wij aan een bijzondere ervaring van bepaalde officieren. Maar spoedig hoorden wij deze verhalen van alle kanten. Dezer dagen lazen wij in de Norddeutsche Allg. Zeitung een verhaal van een Duitsch officier, die het niet vooruitkomen tegen de vestinglinie van Toul voor een goed deel toeschreef aan de verderfelijke nauwkeurigheid, waarmede Fransche vliegers en Fransche artillerie te zamen hun werk deden De Duitschers zijn in België gevallen, om de Franschen te over vleugelen. De Duitsche tactiek leert, dat dit de manier is om een vijand aan te vallen, en dat men in ieder geval den frontaanval vermijden moet. Het Duitsche leger ziet zich nu echter over het heele front tot den frontaanval gedwongen. Weken lang heeft het zich zelf uit al zijn krachten tegen een overvleugeling moeten verweren. Dat is een zeer belangwekkend resultaat van de eerste phase van den veldtocht. Wat bij de Duitschers enorm is meegevallen, dat is de organisatie. Dit klinkt als een paradox: kan bij de Duitschers organisatie nog meevallen? Inderdaad, het is zoo. De mathematische nauwkeurigheid van hun mobilisatie heeft alle verwachtingen overtroffen. In groote spanning wachtte de generale staf in de eerste dagen van den oorlog af, hoe de zaak vallen zou, of het in werkelijkheid zoo mooi zou 1160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 80