Het Torpedo wapen.
Jan. 1915. J
torpilleeren, indien de afstanden OS1 en SS1 zich verhouden als
de snelheden van onderzeeboot en schip.
S Is de afstand OS1 met de grootste vol te
houden vaart doorloopen en is de hoek SOS1
recht, dan geeft de lijn SO de uiterste grens
aan, waarbinnen de onderzeeboot ten opzichte
van de koerslijn van het schip moet staan,
om nog tot eene lanceering te kunnen komen.
De hoek OSS1 welker grootte wordt uit
gedrukt door de formule sin OSS1
zal verder de gevaarshoek
worden genoemd.
In ondervolgend staatje is de grootte van
dezen gevaarshoek voor verschillende snel
heden van onderzeeboot en schip gegeven:
GEVAARSHOEK IN GRADEN.
Vaart onderzee-
Vaart schip in mijlen.
boot in mijlen.
10
12
14
16
18
20
22
24
5
30
25
21
18
16
14
13
12
6
37
30
26
22
20
18
16
14
7
45
36.
30
26
23
21
19
17
8
53
42
35
30
27
24
22
20
9
64
49
40
35
30
27
24
21
10
57
46
39
34
30
27
25
Hierbij wordt afgezien van den lanceerafstand en van het kiezen
eener gunstige lanceerpositie, omdat beide factoren voor deze beschouwing
van weinig belang zijn. Opgemerkt moge slechts worden, dat men op
een onderzeeboot, ter verkrijging eener behoorlijke trefkans, op eene
lanceering op korten afstand is aangewezen.
104
snelheid onderzeeboot
snelheid schip