Manila-Batavia-Straat Soenda. [Jan. 1915. zal komen, zoodat de noodzaak van eene goede verdediging der versperring des te meer klemt. Is eenmaal de vijand er in geslaagd den doorgang te forceeren, dan zijn voor hem de omstandigheden in de baai van Batavia zeer veel moeilijker dan in Straat Soenda Wij vermoeden tenminste, dat het wegnemen van alle betonning in de baai hem zal dwingen tot zeer voorzichtig en langzaam varen. Dit, gevoegd bij de aan wezigheid van vele eilandjes, die onze onderzeebooten het gedekt naderen zouden mogelijk maken, doet ons aannemen, dat de kust- versterkingen voor den vijand niet de grootste hindernissen zijn op zijn weg naar vernietiging van onze vloot. Geheel anders echter is het geval bij Straat Soenda. Het doel van eene poging tot for ceeren zal hier niet zijn onze vloot in hare oorlogshaven aan te vallen. De bijzonder gunstige strategische positie, waarin onze vloot zich bevindt, zou haar er toe kunnen brengen stel in Z. richting uit te loopen tot het achtervolgen van eene kleine vijandelijke vlootafdeeling (lokvogels). Dit zou het gunstige moment zijn voor 's vijands hoofdmacht om zich van N. naar Z. een doortocht te banen, waardoor al onze strategische voordeelen met één slag zouden zijn weggevaagd en onze vloot het grootste gevaar zou loopen te worden vernietigd. Die doorbraak zal waarschijnlijk met zoodanige vaart kunnen geschieden, dat het optreden van onze onderzee- en torpedobooten zeer weinig kans op succes zal hebben. Men bedenke wel, dat zich hier een zeer bijzonder geval van kustvérsterking voordoet. De versterking van Straat Soenda beoogt twee van elkander verschillende doeleinden. De geschutopstellingen op Rimau ketjil, Houteiland, Kandang en Varkenshoek hebben meer in het bijzonder ten doel de vlootbasis tusschen de Zutfeneilanden te beschermen; die op Houteiland, Dwars in den Weg en Brabants hoedje zijn feitelijk alleen bestemd tot het versterken van onze strategische stelling ter zee. De eerste zijn kustversterkingen in den eigenlijken zin van het woord, de laatste dienen tot ver sterking van de zee. Door deze wordt het den vijand onmogelijk gemaakt onze vloot te blokkeeren. Wij zouden hem voor de volgende keuze stellen: óf de heerschappij ter zee met ons deelen, hetgeen allerlei onaangename verrassingen kan opleveren (men denke aan de ondernemingen van het Wladiwostok-eskader), óf de forceering van Straat Soenda wagen ten einde ons op zee te kunnen verslaan. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 15