Het uniformvraagstuk van het Ned. Ind. Leger. [Jan. 1915.
en urgente vernieuwing van het uiterlijk van den soldaat. Volgens
berekening kan, mits de voorstellen, bestellingen, enz. met „tele-
graphischen spoed" behandeld worden, op 1 April 1916 begonnen
worden met de eerste verstrekking aan de troepen op Java en kan
het leger op 1 April 1917 voor de eerste maal geheel voorzien zijn.
Ik teeken hierbij aan, dat het billijk zal zijn de officieren bij
zulk een uniformwijziging een tegemoetkoming te schenken. Welk
bezwaar kan er overigens tegen zijn hun toe te staan de voor de
veldtenue benoodigde uitrustingstukken tegen normale betaling van
den lande te ontvangen? Late men nu niet schermen met bena
deeling van den particulieren handel; die behoeft toch heusch niet
te drijven op onze kleine traktementen
Tot slot het navolgende:
Het I. M. T., zoomede de dagbladen, leverden in den loop der
jaren reeds heel wat beschouwingen over het uniformvraagstuk.
Het waren uitingen van mannen uit den troep, die zich ernstig
interesseerden voor deze belangrijke aangelegenheid. Toch bleven
die uitingen nagenoeg alle zonder resultaat, omdat tot nog toe in
ons leger de uniformquaestie niet erkend werd als in de eerste plaats
te zijn een troepenzaakzij werd immers vrijwel uitsluitend be
handeld door de bureaux. De daar geplaatste officieren staan
grootendeels buiten aanraking met den troep, kennen dus de wen-
schen en behoeften veel minder dan de troepenofficieren; daarom
zou het tenzeerste gewenscht zijn, wanneer laatstgenoemden in
kleedingquaesties meer invloed kregen, door hen bij zich voordoende
gelegenheden met een officier der Intendance in commissie te
benoemen.
Voor wat betreft mijn bovenstaande voorstellen, zou ik in over
weging willen geven een stel kleeding volgens de aangegeven
denkbeelden hier te doen aanmaken. Een voorbeeld spreekt beter
dan vellen vol geschrijf.
Ch. Kies.
Kap. Artie.
35