Timoreezen voor het leger.
Jan. 1915.]
Savoe, Roti, Flores en omliggende eilanden (Adonara bijv.!) wer
kelijk goede soldaten kunnen leveren. En in een veel grooter
aantal dan men waarschijnlijk thans, gezien de minder schitterende
resultaten, zou verwachten. Ik heb altijd den indruk gehad, dat
het gewest Timor mettertijd een tweede Ambon en een tweede
Menado zal kunnen worden.
De Timorees heeft ook enkele minder goede eigenschappen. Hij
is een meer dan buitengewone vuilpoets en het mandiproces is een
geheim voor hem. Voorts is de Timorees een liefhebber van toewak
(sagoeweer) en de „competeerende" moet in den eersten tijd buiten
z'n bereik worden gehouden. En ook voor dobbelen heeft hij een
zeer beslisten aanleg. Maar daartegenover staan tal van goede
eigenschappen. Kromo is ook zóó zindelijk niet en wat dobbelen
betreft, wel, z'n hoogste illusie is immers altijd ergens zooveel
voorschot te kunnen krijgen, dat hij een heelen dag, van zonsop
gang tot zonsondergang, als tolbaas kan fungeeren?
Dat de Timorees als soldaat voor het buitenwerk geschikt is,
mits onder goede leiding, heeft hij nog onlangs getoond te Lewero
op Oost-Flores bij den overval van de afdeeling pradjoerits onder
den brigadecommandant Marx. Die brigadecommandant, die, ge
zien zijn onderscheidingen (ridder M. W. O. 3e klasse), wel het
één en ander heeft meegemaakt, verklaarde, dat hij nog nimmer
voor zulke heete vuren heeft gestaan en dat hij zijn Timoreezen zeer
beslist niet voor Ambonneezen had willen ruilen. En ook het oordeel
van den divisiecommandant, den heer Westbroek, luidt zeer gunstig.
De Timorees is in z'n hart een vechtersbaas en vóór den tijd
van de feitelijke occupatie door ons was het in zijn bergen voort
durend perang tusschen de kampongs onderling. Bovendien en
ook dat mag wel eens op den voorgrond geplaatst worden is ver
reweg het grootste gedeelte der Timoreezen geen Mohammedaan.
In ieder geval, voor ons leger is hij zeer bruikbaar. En wanneer
ik dan zie, hoe weinig hier de werving oplevert en hoeveel ze
zou kunnen opleveren, en wanneer ik dan bovendien aan den
slungel Kromo denk, dan eindig ik, zooals ik aanving: qu'une tête
de saumon vaut mieux que dix mille grenouilles!
Asijmptoot.
38
I