Jan. 1915 Manila-Batavia-Straat Soenda.
„Op de rijk van havens en bochten voorziene eilanden zouden in
„ieder geval een menigte betere punten te vinden zijn, die geschikt
„zouden zijn om als steunpunt voor de vloot te worden versterkt".
De vereenigde Staten hebben later—zooals bekend ten Noorden
van de baai van Manila in die van Olongapo een oorlogshaven
aangelegd.
Deze oordeelvellingen, in 1899 geschreven, leiden vanzelf tot de
vraag: Welke toegangsbreedte kan nog wel met goed gevolg worden
afgesloten? Eene beantwoording van de vraag, zooals zij hier
gesteld is, zou ons te veel op het gebied der theorie brengen. Van
meer belang lijken ons enkele beschouwingen omtrent de vraag of
op de wijze als door de Staatscommissie voor de verdediging van
Ned. Indië voorgesteld de baai van Batavia en als voorgesteld door
den Generaal W. R de Greve1) Straat Soenda voldoende kunnen
worden afgesloten.
De verdediging van de baai van Batavia werd als volgt in het
Rapport aangegeven: Het zeefront van de vlootbasis, ter lengte
van ruim 31 K.M., wordt verdedigd door drie forten, elk bewapend
met 4 X 30.5 cM. L/50 en minstens 6 X 10.5 cM. semi- automa
tisch, welk laatste geschut noodig wordt geacht om voldoende kans
op uitwerking te verkiijgen op torpedovaartuigen, welke tot achter
de fortenlinie trachten door te dringen.
Twee der forten zullen worden gebouwd op de eilanden Haarlem
en Edam. Door deze beide werken, op pl. m. 10 K M. van elkaar
verwijderd, zullen de toegangen tot Tandjoeng Priok uit N. en N. W.
richting voor groote schepen voldoende worden afgesloten.
Tot afsluiting van den toegang uit N. O. richting heeft men de
keuze tusschen:
a den aanleg van een pantserfort op of nabij den vasten wal
aan de oostzijde van de baai van Batavia.
b den aanleg van een dergelijk werk in die baai op circa
10 K. M. afstand in O. Z. O. richting van het fort Edam;
c den aanleg van een fort in meer Z. richting op de St.-Nicolaas-
droogte;
d den aanleg van een drijvende gepantserde batterij op de sub
b bedoelde plaats.
1) Brochure getiteld: Het rapport van de Staatscommissie voor de
verdediging van Ned. indië.
2