Uit de PraciijH.
Opmerkingen uan Snianterist.
Het gehalte van onze Inlandsche militairen.
Een vrij belangrijk percentage van onze Inlandsche militairen is
lichamelijk en geestelijk minder geschikt voor den militairen dienst.
Zijn de keuringseischen te laag?
Mij is verzekerd, dat zulks niet het geval is.
Het feit, dat vrij veel Inlanders voor den militairen dienst worden
aangenomen, niettegenstaande zij lichamelijk en geestelijk niet ten
volle geschikt zijn, zou een gevolg zijn van de omstandigheid, dat
eene keuring voor den militairen dienst lang niet ieders werk is.
In het algemeen zoude die keuring slechts met vertrouwen aan
de oudere officieren van gezondheid kunnen worden opgedragen.
Is deze bewering juist, dan is het recht tot goed-keuring thans
toegekend aan de civiele geneesheeren—in algemeenen zin-ver
oordeeld.
Om het kwaad op te heffen, zoude bepaald kunnen worden, dat
de keuring door de civiele geneesheeren slechts eene voorloopige
is en dat alle door hen voor den militairen dienst goedgekeurde
Inlanders in het garnizoen, waarheen zij worden opgezonden, door
een—niet te jong-officier van gezondheid moeten worden herkeurd.
Die laatste keuring zij de beslissende.
Het is zeer waarschijnlijk, dat dan meerdere van de voorloopig
goedgekeurden zuhen afvallen, welke op 's lands kosten naar de
plaats van voorloopige keuring waren terug te zenden.
Ook de voeding van „alle" voorloopig goedgekeurden ware van
af den dag vóór dien van de voorloopige keuring, c. q. tot en met
den dag van terugkeer ter plaatse, voor 's lands rekening te nemen.
De kosten daardoor veroorzaakt zouden belangrijk minder zijn
dan de schade thans toegebracht door het aannemen van niet ten
volle geschikte personen.
Een ander voordeel van deze regeling zoude zijn, dat de wervers
buiten de garnizoenen minder gelegenheid zouden hebben tot knoei
erijen, omdat de premiën eerst in de garnizoenen zouden worden
uitbetaald en vooral omdat ze (de wervers) geene zekerheid zouden
hebben, dat de voorloopig goedgekeurden niet bij de definitieve
keuring zouden worden afgekeurd.
En in de garnizoenen staan die wervers meer onder tucht en
controle.
Infanterist.
45