Uit de practijk.
[Jan. 1915.
geréchtelijke onderzoeken, krijgsraden, commissies van ontpakking,
van keuring- en afkeuring, halfmaandelijksch fourageeren, commis
sies van opname, overgave en overname, registratie, e. d. g. zijn
eene kwelling voor alle Korps- en Compagniescommandanten en
voor elk officier, die belang stelt in zijn vak.
Wanneer krijgen we nu bij elk bataljon eenige officieren voor
speciale diensten, bij voorbeeld per bataljon 1 kapitein en 1 luitenant?
Zeker eene zoodanige formatieuitbreiding zou geld kosten, maar
die uitgave zou zéér in het belang van het leger, dus in 's lands
belang zijn, .niet het minst omdat we daarmede in oorlogstijd al
thans „eenige" reserve aan officieren zouden hebben.
Het geld zou dus zijne rente ten volle opbrengen.
De promotie tot kapitein zou er door verbeteren, wat waarachtig
wel mag.
Als officieren voor speciale diensten zouden in de eerste plaats
kunnen worden aangewezen de physiek voor den troependienst
on- of minder geschikten en de kapiteins, voor wie verdere pro
motie uitgesloten is.
Als dan de troepenofficieren eindelijk'ook nog eens verlost wer
den van het administratiewerk ze kunnen hun tijd zoo oneindig
veel beter gebruiken dan zouden zij zich eindelijk eens wer
kelijk ten volle niet alleen op papier aan hun eigenlijke taak
kunnen wijden.
Werkelijk, die taak is veelomvattend genoeg.
Kan dat niet, die ontheffing van het administratiewerk
„Kan niet" is dood, maar „wil niet" leeft nog.
Wanneer zullen we nu eindelijk de machthebbende stem eens
hooren, die zegt:
Het kan en „het moet."
Infanterist.
Drie opmerkingen.
In krijgsraden en bij pronunciatiën moet, volgens de voorschriften
op de tenues, door de officieren nog steeds de „kleine tenue in
het blauw met sabel en sjerp" worden gedragen.
Het is ongetwijfeld voor een krijgsraadarrestant een hartverhef
fend gezicht zijn rechters in zulk een mooi pakje te zien resi-
deeren. Minder hartverheffend daarentegen is het voor die mooi
aangekleede rechters hun delinquent in soms sjofele grijsgroene
kleeding te zien verschijnen, waarin hij zoo uit het arrest of uit de
kazerne werd voorgebracht.
47