Jan. 1915],
met speciale kundigheden uit het geheel uit te zoeken, daar gaat
deze vergelijking mank.
Om tot seiner te worden opgeleid (iets speciaals, 6 man per compag
nie) behoeft men nog niet een enkele maal eene seinvlag in handen
te hebben gehad; eenige intelligente menschen worden uitgezocht en
daarna tot seiner opgeleid, want seinen kan iedereen leeren, zoodat
wel nooit iemand zakt. Gedurende de schietopleiding laat men de
beste schutters een examen afleggen en stelt ze vervolgens aan
tot S S.; eerst daarna begint de speciale opleiding. Nog eene proef
te doen afleggen na bedoelde opleiding is onnoodig: de man heeft
reeds getoond een bekwaam schutter te zijn, toen de cursus begon.
Troepenofficier.
Naschrift.
Schr. is het niet met ons eens, dat een S S. moet kunnen voldoen
aan eenige speciale eischen.
Wij hebben dit afgeleid uit 55 S. V., waar niets anders staat
dan dat aan een jaarlijks door den chef v|h Wapen vastgestelde
oefening moet worden voldaan. Deze chef formuleert dus de eischen,
waaraan een S. S. moet voldoen en uit de toelichtingen in 1. M. T.
No 6 blz. 584 blijkt dat deze speciale zijn
Het is duidelijk, dat zoodra de S. S. oefening voor het loopende
jaar bekend wordt gemaakt, de C. Ctn. de schutters, die in aanmerkirg
komen om de proef af te leggen, gelegenheid geven om zich in die
richting te oefenen. Eenige leiding is daarbij noodig en vandaar
onze opmerking, dat de C.Ch de daarvoor geschikte elementen moet
opleiden tot S. S., dus ook hun leeren desgewenscht in de breedte
de spreiding te beperken.
Schr's opvatting, dat de opleiding der S. S. tot S. S pas begint
na het examen, leidt hij af uit de 42 en 43 S. V. O. i. is dit
echter geen opleiding tot scherpsch. maar (voortgezette) oefening
der S. S. Uit het S. V. blijkt ook niet dat daarmede het verkrijgen
van speciale kundigheden worden nagestreefd; de oefeningen zijn als
die der overige schutters (die tot oorlogsschutters moeten worden
gevormd), alleen verzwaard. Alleszins logisch komt het ons echter
voor, dat af en toe de C C4, in den geest van de S. S. proef laat oefenen.
Als reden voor zijne meening, dat de S. S. proef de toetssteen
is, waarmede het opleidingsysteem wordt gecontroleerd, noemt schr.
dat het aantal deelnemers getuigenis aflegt van de schietvaardigheid
bij de Compie.
Wij voeren hiertegen aan, dat zulks toch een zeer verkeerde maatstaf
zou zijn, omdat de deelname geheel subjectief door den C. O bepaald
wordt en dus een kwestie van opvatting is. Had hij de gezamenlijke
schietoef. genoemd, dan zouden wij beter accoord kunnen gaan.
G A. S.
56