lig Ouerzicht uon eenige Buüenlandsche Tijdschriften. Revue militaire suisse No. 7. Deze aflevering bevat 2 lezenswaardige artikelen, n.l. één over de uitoefening van den geneeskundigen dienst bij de Grieken gedu rende den veldtocht in Epirus en het 2de over de waarde van exercitiën voor de discipline. Uit het 1ste zij het volgende aangestipt. Per bataljon waren aanwezig 1 officier van gezondheid en 8 ziekenverplegers, terwijl bovendien per regiment beschikt werd over 1 officier van gezondheid met 15 a 20 ziekenverplegers. De verbandplaatsafdeeling bestond uit 5 officieren en 40 ziekenverplegers Ziekendragers waren er niet; in dit opzicht zijn we dus—althans op papier—de Grieken voor. Tenslotte werden er gewone soldaten voor genomen en daartoe zeer terecht bijzonder rohuste menschen uitgekozen. De schrijver wijst er op, dat in de 3de linie goede verzorging en ver pleging der gewonden hoofdzaak is; zij komen verbonden aan, zoodat een eigenlijke behandeling gerust wat uitgesteld kan worden, doch hoogst noodig is het, de gewonden te laven met spijs en drank, hen te verschoonen en van behoorlijke ligging te voorzien, waarbij vooral de vrouwelijke hulp uitstekende diensten bewijzen kan. Transport van gewonden uit de gevechtslinie vond vrijwel niet plaats, het groote meerendeel der gewonden kroop, ondanks soms zware verwondingen, zelf achteruit, alleen zij, die buiten kennis geraakten, bleven liggen. De hulpverbandplaatsen werden op vrij willekeurige afstanden, dicht achter de gevechtslinie, doch altijd op praktische plaatsen, waar verzameling van gewonden te verwachten was (aan een weg, bij ten huis, in een terreinplooi) opgericht. Soms kroop de officier van gezondheid der hulpverbandplaats vooruit om meer voorwaarts een ernstig gewonde te gaan helpen. Evacuatie van de hulpverbandplaatsen naar achteren geschiedde slechts als het gevecht zulks gedoogde; de verbandplaatsen moesten door omstandigheden soms zeer ver achteruit worden opgericht (soms 10 a 15 K.M.) Evacuatie van de verbandplaatsafdeelingen naar achteren geschiedde door middel van de auto-camions, die munitie en verplegingsbehoeften aanbrachten. De schrijver deelt ons mede, dat het geheele ambulancebedrijf in de verste verte niet lijkt op het beeld, dat daarvan b.v. door Zola in La Debacle gegeven wordt. 69

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 75