Jan. 1915.] Overzicht van eenige buitenlandsche Tijdschriften. In het algemeen staat vast, dat de zware artillerie eene waarde volle reserve voor den Algemeenen Bevelhebber vormt, die haar inzet, waar hij den hoofddruk wil leggen Binnen de grenzen der haar aangegeven gevechtsstrook bevuurt de zware artillerie die doelen, die zich voor haar vuur eigenen. Aan het slot roert de schrijver de wenschelijkheid aan, om de artillerie bij het veldleger, behalve uit de reeds bestaande zware artillerie, lichte veldhouwitsers en veldkanonnen te doen bestaan uit gemakkelijk te verplaatsen lichtere vuurmonden, ter begeleiding van den infanterieaanval, waarbij hij er op wijst, dat Duitschland in dat opzicht ten achter is bij Frankrijk en Oostenrijk, die daartoe hun bergartillerie kunnen benutten. Wij vermelden verder een uitgebreid artikel over proeven met lastauto's in Frankrijk. De schrijver wijst aan de hand van het resultaat der proeven op het voordeel van autotractie. Bij de proeven werd door 11 voorspanwagens en 22 aanhangwagens afgelegd meer dan 733 K M. in 11 dagen, waaronder 2 rustdagen en daarbij minstens 60'/2 ton verplaatst. Hiertoe zouden noodig geweest zijn 120 met 2 paarden bespannen wagens (per paard 500 K.G. nuttige last dus, 400 van onze treinkarren) gedurende 24 marschdagen, dus rustdagen inbegrepen 30 dagen. Onder „Verschiedenes" vindt men een oorlogsbrief van een mede werker, die zeer waardeerend over het schieten der Fransche artillerie spreekt en o.a. zegt, dat het verwonderlijk is zoo goed als hun waarneming geregeld is, waardoor ze met 2 a 4 salvo's zelfs op gedekt staande doelen zijn ingeschoten. De uitwerking noemt hij echter gering. Terloops deelt de briefschrijver mede, dat de Duitsche artillerie af en toe de verleiding niet kon weerstaan ongedekt op te rijden, waarbij de straf dan ook niet uitbleef. Tot slot nog eenige mededeelingen over de 42 c. M. mortieren, de vermelde gegevens berusten echter slechts op een vermoedelijk niet ver van de waarheid afwijkende vergelijking met bekende gegevens omtrent den Kruppschen 28 c.M. Houwitser. De volgende getallen worden opgegeven 42 c. M. granaat 1100 K. G springlading 100 a 200 K. G geschutlading 40 K. G. max. schootsverh. 14 K. M. mondingsenergie bij 340 M. Vo 5900 m. t. kanon (Rohr) gewicht 20.000 K. G. lading slechts machinaal mogelijk. 72

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 78