Malangsche Comité. [Jan. 1915 regel, dat het verzoek van een vereeniging, bij monde van een hoofdbestuur meer aandacht trekt en dus meer kans van slagen heeft dan het voorstel van enkele personen individueel. Maar dat is pressie uitoefenen. Dat mag al dan niet Uw bedoeling zijn, maar wanneer gij, onverantwoordelijke ondergeschikten, U vereenigt om, door eendracht machtig, Uw meening met meer kans van slagen door te voeren tegen de meening van de verantwoordelijke ambtsbe- kleeders in, dan oefent ge, ge moogt dit zelf wenschen of niet, dan oefent ge een zeer ongewenschte pressie uit op de Volksvertegen woordiging, op de Regeering, op het Legerbestuur. Dit is geen verdachtmakerij, dit is het constateeren van een feit, een feit dat strijdig is met een gezonde discipline en bovenal met de waardigheid van den officiersstand. Want hierdoor stelt ge U op het standpunt van de burgervakver- eenigingen en het resultaat zal juist het tegendeel zijn van wat ge verwachtet; misschien zal meer geldelijk voordeel worden verkregen, maar zeker zal het aanzien van den officiersstand in de oogen van de buitenstaanders—dus ook van de volksvertegenwoordiging dalen. Mijne Heeren, ge wenscht een flinken corpsgeest aan te kweeken en te onderhouden, inclusief kameraadschap, maar ge vergeet, dat een bond, waar niet het geheele korps toetreedt, en dit feit zult ge zelf constateeren, juist het tegenovergestelde zal bereiken, tweedracht, verdeeldheid. Ge wenscht alle reeds bestaande vereenigingen, te ver eenigen, maar ge vergeet, dat niet allen lid willen zijn van het onder steuningsfonds, de krijgskundige vereeniging, de schermvereeniging den Officiersbond. En zullen de niet-leden van dien Bond als leden van haar onderdeelen mogen toetreden, en onder het hoofd bestuur van den Bond willen toetreden? Ge stelt U wonderen voor van een coöperatief bestelbureau te Batavia, maar gelooft ge in ernst dat iemand, die een goed kleer maker heeft, het bestelbureau zal bevoordeelen boven dien leveran cier? Dat, indien iemand te Soerabaja voor een pet vijf gulden moet betalen, hij de bestelling bij het bureau zal doen, omdat de prijs daar slechts vier en een halve gulden bedraagt? Zoo'n vereeni ging, die in Nederland, waar de financiëele positie van de officieren zoo uiterst slecht was, succes had, zou hier beslist fiasco maken. En ad c. M. H. een verzoekSpaar het I.M.T. Maak van 89

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 95