Jan 1915.J Beschouwingen over de Circulaire van het enz. ons eenig Tijdschriftwaarin zij, die hun door studie verkregen gedachten willen uiten, gastvrijheid ondervinden, geen Bondsblaadje. Na het vorenstaande behoef ik aan de door het comité opge noemde en gedeeltelijk weerl gde argumenten van de tegenstanders van de beweging niets meer toe te voegen. Gedeeltelijk weerlegd, want het antwoord op de vraag, wat zal de buitenwereld, en wat zullen de ondergeschikten van deze beweging zeggen, is in de circulaire niet gegeven. Maar het comité maakte het zich wel wat gemakkelijk, toen het dacht dat het zijn tegenstanders zelf de woorden in den mond mocht leggen; het ware m.i. verstandiger geweest en het had meer doen verwachten van een bond onder leiding van bezadigde en bekwame mannen, indien met het weerleggen van tegenargumenten ware gewacht, totdat de tegenpartij zelf aan het woord was geweest. Waarlijk, M.H., uit Uw circulaire blijkt niets van de bezadigdheid, waarnaar ge zegt zoozeer te verlangen; waarom toch hebt ge Uw enthousiast be'.oog meenen te moeten spekken met 4 alinea's over denkbeeldige angstigen, die voor hun andersdenkende Chefs hun meening niet openlijk zouden durven uiten; welke redenen hebt ge daartoe, als het niet ware, dat ge toch innerlijk wel gelooft, dat er zulke Chefs te vinden zijn en ge het daarom noodig achtet, dit nog eens in Uw circulaire te uiten Reeds dergelijke uitingen en we zijn nu pas in het begin doen afbreuk aan het vertrouwen, dat werkelijk bezadigde menschen nog in de leiding van een door U bedoelde vereeniging zouden hebben. Van harte hoop ik, dat deze poging om een bond in het officiers corps op te richten de laatste zal zijn en dat ze zal falen door het standsbesef van ons officierscorps en door het vertrouwen dat dit corps nog steeds blijkt te bezitten in zijn Oppercommando en in de Regeering. Soerahaja 5 Januari 1915. H. L. Mauer. le Luitenant der artillerie. Een Officiersbond. Ten tweeden male breekt zich de wensch van een fractie van het officierskorps, om een bond te stichten, baan. Wij hadden verwacht en gehoopt, dat de onhartelijke ontvangst der eerste poging 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 96