Een Officiersbond.
eene tweede zou hebben voorkomen, doch het ideaal schijnt in
eenige hoofden te zijn vastgeworteld.
De Java-Bode van 30 December vraagt in hare korte bespreking
dezer aangelegenheid„wat toch beoogt men in 't algemeen met
een bond?" en antwoordt zich zelve: „door collectief optreden
eenige begeerde verandering afdwingen". Zij vindt dat in ons leger
niet toelaatbaar, zelfs een gevaar.
Wij zijn het volkomen met haar ééns. Het uitoefenen van pressie,
in welken vorm ook, bij het voordragen van belangen, mag in een
leger niet bestaan. Hoe men het doel ook wil omschrijven, deze
gedachte, die aan eiken bond als vakvereeniging ten grondslag ligt,
kan niet worden weggeredeneerd. Waarvoor anders dat collectieve
optreden
Die gedachte is met een goed begrip van Krijgstucht niet te ver-
eenigen.
Waar moet het heen, indien het officierskorps, de ruggegraat van
het leger, zich gaat vereenigen in de sociale beteekenis van het
begrip vakbond? Het leger is het machtigste orgaan van het Staats
gezag in 't algemeen, van het Koloniale in 't bijzonder. Het eene
is zonder het andere niet denkbaar, zij zijn één en onscheidbaar.
Een bond van een deel van dat leger, en nog wel van het intel-
lectueele element daarvan, in zekeren zin zich collectief stellend
tegenover de overheid met het Staatsgezag bekleed, die toch ten
slotte in de gedane verzoeken en voorstellen zal moeten beslissen,
moet die éénheid verzwakken. De Java-Bode heeft gelijk: dat is in
ons koloniaal leger een gevaar.
Bovendien is het ons niet goed d-uidelijk, waarom de voorstanders
van een officiersbond verwachten, dat eene publicatie in een bonds-
periodiek meer zal uitwerken dan in een ander orgaan. Zou een
Legerbestuur blind en doof blijven voor het laatste en angstvallig
gaan achtslaan op het eerste? Onlogisch! En als het dan ook dit
zou negeeren, wat dan? De georganiseerden der vakvereenigingen
hebben een machtig dwangmiddel: de staking, maar een militaire
bond heeft dat middel niet, mag en kan uiteraard aan zoo iets zelfs
niet denken. Het resultaat van alle collectieve actie zou dan zijn
nog grootere ontevredenheid dan reeds volgens eenige voorstanders
zou heerschen. Van den wal in de sloot dus.
Met de J. B. gaan wij alweer accoord dat ook in 't leger toestan-
91