Een Officiersbond. [Jan 1915. de I. K. V. niet met erkentelijkheid te wijzen op den kracht igen en tactvollen steun van haren vorigen voorzitter, den oud-kolonel Ilgen? De overwegingen, die bij haar golden om de keuze van een voorzitter buiten de hiërarchische verhoudingen te brengen, kunnen zeer zeker ook voor het I. M. T. gelden voor de keuze van den hoofdredacteur. De twee redacteuren zullen actief dienende officieren zijn, mèt den hoofdredacteur wonende te Batavia of Meester-Cornelis. Nadat wij dit geschreven hadden, ontvingen wij van den Heer Vermeer de circulaire, die den lezers van het I. M. T. bekend is. Wij hebben haar aandachtig gelezen en hebben getracht in.de be weging iets anders te zien dan wij hierboven neerschreven. Het is ons niet gelukt, onze meening is niet gewijzigd. Met een handigen zwaai plaatst het comité den bond niet tegenover de overheid met het Staatsgezag bekleed, zooals wij schreven, doch tegenover de niet - deskundige elementen der „volksvertegenwoordiging en daar buiten", die „tegenover het leger zullen staan" bij de oplossing van, als gevolg van den huidigen grooten oorlog ontstane, „zeer inge wikkelde vraagstukken". Om de regeering nu tegenover die elementen en tegenover de wetgevende macht te steunen, moeten wij ons gaan aanéénsluiten, nu reeds tot een „vereeniging van Nederlandsch- Indische officieren". Natuurlijk nemen wij aan, dat dit eerlijk zoo bedoeld is, maar het resultaat zal zijn, dat de bond juist den steun van de volksvertegenwoordiging gaat inroepen, willens of onwillens, om van de regeering inwilliging van verzoeken te verkrijgen. Alzoo tóch pressie op de met Staatsgezag bekleede overheid door middel van collectieve actie. Men kan dit niet wegredeneeren, evenmin als het begrip vakorganisatie, dat aan een rechtspersoonlijke ver eeniging van een groot aantal leden van éénzelfden maatschappelijken stand, en met een zoo uitgebreid doel als de circulaire aangeeft, verbonden is. Ten slotte wenschen wij nog een woord van waarschuwing te doen hooren. Het comité wenscht flinken korpsgeest, kameraadschap aan te kweeken. Daarmee zal iedereen sympathiseeren. Maar wij vreezen, dat het tegenovergestelde zal worden verkregen. Wij voor- 93

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 99