Feb. 1915.] De Groote Oorlog. were too tired to move before the next day. Although he rendered me valuable assistance later on in the course of the retirement, he was unable for the reasons given to afford me any support on the most critical day of all, viz., the 26th. In een toonaangevend Engelsch tijdschrift, the Fortnightly Review, is Gen. Sordêt voor zijne houding vrij sterk gelaakt; den militair echter is duidelijk, dat Maarschalk French zich in deze tot den ver keerden persoon wendde. Hij had aan den Franschen opperbevel hebber, minstens aan den Commandant van het naburige 5e Leger, den steun moeten verzoeken, dien hij van een ondergeschikten, niet zelfstandigen bevelhebber moeilijk kon verkrijgen. Eigenaardig is ook, dat Sir John French zelf bij Gen. Sordêt aanging; dat doet denken aan den Italiaanschen bevelhebber, Gen. La Marmora, die tijdens den ongelukkig verloopenden slag bij Custozza zelfverster- kingen ging halen. In onzen tijd van draadlooze telegrafie en andere geperfectionneerde gemeenschapsmiddelen behoeven verzoeken om steun toch zeker niet door persoonlijk bezoek te geschieden. De plaats van het Fransche Cavalerie-korps is opvallend. Het lijkt, alsof het logischer ware geweest, het op den uitersten linker vleugel der Verbondenen te plaatsen; daar had het een geschikter veld voor actie gevonden, te meer waar de Duitsche cavalerie reeds N.W. Frankrijk onveilig maakte. Weliswaar zegt het communiqué van 24 Augustus: „A notre extréme gauche, un groupement a été constitué dans le Nord pour parer a tout événement de ce coté", waarmede waarschijnlijk bedoeld wordt de door Sir John French later genoemde 2 Fransche reserve-divisiën te Arras onder Gen. D'Amade, maar het communiqué van den volgenden dag erkent toch: „C'est ainsi que des éléments de cavalerie allemande appartenant a une division indépendante, opérant a 1' extréme droite, ont pénétré dans la région de Roubaix-Tourcoing, qui n'est défendue que par des éléments territoriaux." Het heeft den schijn, alsof van Fransche zijde niet voldoende op eene zoo snelle invasie is gerekend, waardoor de troepen van 2e en 3e linie wat laat zijn gemobiliseerd, de uit '70 bekende en 212

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 104