Feb. 1915.] Scheiding tusschen Intendance en Militaire Adm. Men heeft eene goede gelegenheid laten voorbij gaan om de intendance zoodanig te reorganiseeren, dat zij zich geheel had kunnen wijden aan die legervoorzieningen, welke door de tijds omstandigheden noodig zijn geworden, wil het leger niet hopeloos ten achter geraken. Zooals hiervoor is uiteengezet, heeft men de intendance wel losgemaakt van het geldelijk beheer, maar hierdoor is de toestand niet zoo heel veel veranderd. Nu, evenals vóór de scheiding, is dit dienstvak nog overstelpt met werk van admini stratieven aard. Om tot een werkelijk rationeele oplossing te geraken, zal men de scheiding anders moeten leggen. Men ga daarbij uit van het principe, dat alleen de hoofdzaken der legerverpleging aan de in tendance zijn op te dragen en late alle zaken, voor de behandeling waarvan geen speciale opleiding wordt vereischt, over aan de zorg van de militaire administratie, die zeer goed daarvoor is berekend en trouwens, zooals we gezien hebben, ook thans met vele ver- plegingszaken bemoeienis heeft. Het zou dan niet noodig zijn de intendance als zelfstandig dienst vak te handhaven; zij zou kunnen komen te ressorteeren onder den generalen staf, waar zij meer eigenaardig op haar plaats is, terwijl de gewestelijke intendances zouden kunnen worden opge heven en in plaats daarvan een of twee kapitein-intendanten zijn in te deelen op de bureaux van de brigade-commandanten. De taak van eene zoodanige intendance zou naar ik mij voorstel moeten omvatten: 1. de vaststelling van standmodellen, 2. samenstelling van kleeding- en voedingstarieven, 3. bepaling van den aard der te sluiten contracten en vaststelling van de bijzondere voorwaarden voor de verschillende leve ranties, 4. bepaling der hoegrootheid der in de magazijnen en door de aannemers aan te houden voorraden, 5. aanvulling der stapelmagazijnen door bestelling uit Nederland of aanschaffing—aanmaak—in Indië en 6. keuringen van belangrijken aard. De intendance zou dus de hoofdlijnen hebben aan te geven, de administratie hebben te zorgen voor de uitvoering naar de door de intendance aangegeven principes. De intendance zou dus niet 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 10