De Groote Oorlog. [Feb. 1915. De marschprestaties van het Duitsche rechtervleugelkorps (II) moeten enorm zijn geweest, als men bedenkt, dat het dagelijks weer naar het Westen uithaalde om door inzwenking naar het Zuid-Oosten te omvatten en dat het den 27sten bij Combles vocht. In hoeverre het aan de Fransche legerleiding mogelijk zou zijn geweest, den Britten eerder hulp te zenden, laat zich thans nog niet overzien. Het reserve-korps D'Amade, samengesteld uit de 61e en 62e reserve-divisiën, vermoedelijk van elders naar Arras aangevoerd, stond zóó ver van het Britsche Leger af, dat de tegen stander gelegenheid kreeg, hen één voor één te slaan. Tot besluit zij nog gewezen op de bescheidenheid, waarmede Sir John French in zijn Rapport over zijne eigen handelingen heenloopt. W. M. 221

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 113