nromo Buiten.
II était brave
Mijn pen zal niet de eerste zijn, die verschreven en versleten
wordt op het vraagstuk of Kromo al dan niet als soldaat bruikbaar
is of bruikbaar is te maken. En waar Kromo den laatsten tijd weer
in de mode is, wil ik ook, maar dan uit de practijk, met een enkel
woord op dit onderwerp ingaan.
Ik herinner me in één der dagbladen een overigens zeer goed
gesteld en geschreven artikel van den heer Calicher te hebben
gelezen. In dit artikel wordt, ook in ethische richting, Kromo naar
voren geduwd en betoogd, dat er van hem nog wel iets te maken
is. De garnizoenscompagnie vormt in dit artikel het kader, waarin
Kromo's dienstverrichtingen zijn gevat en zoodoende werd de schrij
ver, die waarschijnlijk niet over practische ervaring beschikt, één
der velen, die door Kromo's aangename „handbaarheid" in een gar
nizoen op een dwaalspoor werd gebracht.
Ook de militaire medewerker van het Bat. Nwsblad schreef een
jubelend pleidooi voor Kromo naast een zeer onaangenaam requisi
toir ten opzichte van den Amboinees.
Ik wil hier niet nader ingaan op Kromo's militaire levensver
richtingen in een garnizoen op Java, waar hij, omdat er op 't oogenblik
nog geen B. V. is, waarschijnlijk met moed en doodsverachting
tirailleert en stellingen bestookt en bestormt. Maar juist ómdat er
geen B. V. is en de tegenwoordige Kromo den tegenwoordigen
B. V. ook nog nimmer in de oogen zag, kan er bezwaarlijk een
1) Hoewel uit plaatsing van eene bijdrage nooit mag worden afgeleid,
dat de redactie met de daarin verkondigde denkbeelden instemt, kunnen
wij dit artikel toch niet opnemen zonder uitdrukkelijk mede te deelen, dat
wij schrijvers verguizend oordeel over den Javaan als soldaat niet deelen.
Uit het artikel zelf zal den over eenige ondervinding te velde beschik-
kenden lezer wel blijken, waardoor de schrijver tot zijne meening is ge
komen. Het ware leerzaam voor de minder ervaren collega's, wanneer een
en ander in eene volgende aflevering meer uitvoerig werd behandeld.
Wie is hiertoe bereid?
Red.
129
I. M. T. 1915. 9.