Kromo Buiten. Feb. 1915.] steeds een Kromo zeer hoorbaar over 't één of ander struikelde, op die manier werd de djahat welwillend gewaarschuwd en liep Kromo althans geen kans op een pijl of een lans. Zoodat ik natuurlijk al heel spoedig de Kromo's óf thuis öf op een ruimen afstand hield, met het al evenzeer ongewenschte gevolg, dat de Amboineezen voortdurend in touw waren en het meeste gevaar liepen. Maar dergelijke dingen interesseeren Kromo hoegenaamd niet; wie zei ook weer, dat Kromo zoo'n fijnbesnaard eergevoel had? Tegenover den vijand blijkt er in ieder geval niets van! Toen een collega mij, een paar maanden geleden, vertelde, dat hij z'n Kromo's tegenover het vuur van den vijand met een rotan vooruit had moeten drijven, dacht ik aan overdrijving. Maar ik heb ze nu zelf gezien nog niet eens tegenover geweren, maar tegen over een bescheiden hoeveelheid pijlen en lansen. Kromo voelde voortdurend voor dekking en zijterrein— de Amboineezen en de enkele Kromo-uitzondering attakeerden. En ik moet erkennen, dat ik toen ook naar een rotan moest grijpen. Kromo im groszen Ganzen is een lafaard! Wanneer een patrouille uitrukt met kans op een ontmoeting met verzetslieden, zijn er altijd Kromo's sakit peroet of koerang napas; een Amboinees zou zich dood schamen voor zooiets, vooral tegen over z'n makkers. Maar èn de malade imaginaire èn de andere Kromo's vinden zooiets heel gewoon. En alleen een kuur van cas- torolie, zeer streng dieet en provoost kunnen soms nog eenige genezing brengen. Ik heb me staan verbijten, als we ravijnen ze waren een weinig steil afklauterden en, beneden gekomen, nog een paar Kromo's boven zagen, die hun „tida brani toeroen" naar beneden riepen. Maar voor zooiets schaamt de slungel zich absoluut niets. En je kunt die ellendelingen toch ook al weer niet achterlaten natuurlijk niet met het oog op hen zelf (aan dat slag is niets ver loren), maar met het oog op de wapens en het leergoed. En dan kun je weer goedig omhoog klimmen en een anderen weg zoeken. Er was een overval geweest, die ons zware verliezen had gekost. Reden: de Kromo-schildwacht sliep. Zooals trouwens te doen ge bruikelijk is. Maar een week later, toen dus allen een bloedig voor beeld van de gevolgen van slapen op post voor oogen hadden ge had, vond ik 's nachts een Kromo weer rustig slapen op z'n post. 1132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 24