De Timorees als Recruut. [Feb. 1915. Bij de tegenwoordige methode, waarbij in luttele maanden de recruut voor de veldbataljons gereed moet zijn, is natuurlijk hij, die zonder kennis van Maleisch in dienst treedt, in de eerste plaats de dupe. En juist nu is de toeloop van Timoreezen zoo buitenge woon groot. Voornamelijk zou ik de urgentie willen bepleiten, om de Inlan ders" naar hun werkelijken landaard in klassen te schikken, daar< juist bij de Depot Bataljons de mogelijkheid bestaat hen beter te leeretn kennen. Bij de veldbataljons schuilen de verschillende elementen zoo weg onder de meest Javaansche brigades en wordt dikwijls de fout begaan, dat men eiken niet-Amboinees of Menadonees kortweg als Javaan bestempelt. De tijd voor africhting van „Inlanders" acht ik voor mij cok niet oordeelkundig gekozen. Hoe ter wereld kan men een tijd bepalen (7 maanden volgens den nieuwen Grondslag) voor zoovele variaties van de bewoners van onzen Archipel. Ik voor mij zou dien tijd alleen beslist noodig achten, om den Timorees behoorlijk Maleisch te leeren. Zouden wij Hollanders, ons ook in staat achten in 7 maanden tijds een behoorlijk Russisch soldaat te worden, en de taal dan ook voldoende onder de knie te hebben? En zelfs deze vergelijking gaat mank, want een Europeaan, of Hollander in het bijzonder, heeft in zijn schooltijd reeds eenige, „hersengymnastiek" genoten, welke hem eerder in staat stelt iets in zich op te nemen, dan de rimboeman, die van leeren en be grijpen nimmer zelfs een flauw denkbeeld kreeg. L. 141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 33