Uit de Practïjk.
Eene Beuglijke Tijding.
Op bladzijde 47 van de vorige aflevering wordt door „Infanterist"
nogmaals gewezen op de wenschelijkheid den troepenofficieren van
het administratiewerk te ontlasten.
Van hooggeachte zijde wordt ons thans medegedeeld, dat bedoelde
wensch op het punt staat in vervulling te geraken.
Toen n. 1. in de 5de aflevering van 1913 de denkbeelden van
„Compagniescommandant" over vereenvoudiging van de compagnies
administratie waren uiteengezet, werd op last van den voorgaanden
Commandant van het Leger eene commissie van troepen- en bureau
officieren benoemd om ter zake te dienen van consideratiën en
advies. Naar aanleiding van het rapport van deze commissie werden
voorstellen opgemaakt, die op 31 Maart a. p. der Regeering konden
worden aangeboden.
Op deze voorstellen is onlangs eene beslissing ontvangen, zoodat
thans het noodige wordt verricht om de vereenvoudigde compagnies
administratie zoo spoedig mogelijk in te voeren.
Red.
Vragen.
1. In de practijk is gebleken, dat de kraag der veldtenue niet voldoet.
Is het niet mogelijk deze te vervangen door een aan de voorzijde
liggenden kraag, zoodanig gemaakt, dat hij in de morgenuren in
bergterrein kan worden opgezet?
Daarbij kunnen de boordjes voor Officieren meteen vervallen.
Kunnen die zwarte en gouden plakken op den kraag niet vervallen;
zij zijn zoo al leelijk, maar als zij er zoo halfslap bijhangen zijn zij
dat in hooge mate. Zou het niet practischer zijn voor de korporaals
smalle strepen van donkergroen op de mouwen aan te brengen en
op den kraag een wapendistinctief?
Voor de onderofficieren hetzelfde, maar strepen van gebronsd goud.
Voor de officieren de sterren gewoon door den kraag gestoken
en wapendistinctief van gebronsd goud.
Infanterie hoorn.
145
I. M. T. 1915. 10.