Uit de practijk. [Feb. 1915. Ik heb eens uitgerekend (ik zal den lezers de cijferreeksen sparen! dat, als niet zoo roekeloos met al dat papier wordt omgesprongen, eene zóódanige besparing wordt verkre gen dat van die gelden alle officieren bij overplaatsing en bij dienstreizen nog een kleine vijftig kilogram bagage kunnen medenemen voor gouvernementsrekening en niet in mindering van de vrije bagage, die de S.S. reeds op ieder spoorkaartje geeft! Enalle beetjes helpen! IX Ik liet eenigen tijd geleden een paar Amerikaansche toeristen het inwendige van eene kazerne zien. De menschen hadden veel gereisd en een scherp opmerkingsvermogen. Ziehier eenige mij gemaakte opmerkingen en gestelde vragen, al Waarom hangen ze hier portretten van den Duitschen keizer, van den Sjah van Perzië, van een Sultan van Turkye en van andere vreemde vorsten aan de muren? Ik zie nergens een be hoorlijke prent van Uw eigen Vorstin en van den Prins- gemaal bl Slaapt dat des nachts zoo maar allemaal door elkander in één chambree? Gehuwden en ongehuwden? Mannen, vrouwen en kinderen? Hoe gaat dat, als er des nachts een paar gehuwden cl Oh is dit lie vrouwenloods? Wel dat ziet er hier gezellig uit! Jeetje, wat aardig, al dat kleine grut! En waar halen die vrouwen al dat eten vandaan, dat daar gekookt en gebraden wordt? Wat zegt U daar? Moet dat allemaal van dat kleine traktementje af? Nee, 't is toch niet waar? Maar dan moeten ze toch bijverdiensten hebbendan moet het in zoo n chambree of daarbuiten toch een groote ehem. d) Nou, dat eten hier in de keuken ziet er goed uit d;iar:zouik het óók best op kunnen uithouden! He wat is dat? Die stukken hout, zijn dat roermachines, roerlepels? Hoe leuk! Ajakkes, wat zien die koelie's er onsmakelijk uit; en is dat de chef-kok. Nou die mag ook wel eens een schoone broek aantrekken. O zoo, inspectiebroek ha, ja, ik begrijp het el Is dit het bureau van den compagniescommandant Hm hm smaakvol en eenvoudig gemeubileerd. Buitengewoon praktisch, die open rakken! En wie zitten er aan die tafels daarde sergeant-majoor en de fourier? Hebben jullie niet eens een kamertje, waar je apart kunt zitten? fl Wat zijn dat voor katjongs? Schoenpoetsers? Nee, t is toch niet waar? Bij ons moet ieder soldaat zijn eigen schoenen poet sen. Stel je voor, dat ze daar „katjongens" voor inhuren En dan die gemeene smeer, die ze gebruiken; ik geloof nooit, dat het in het belang van het schoeisel is! 151

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 43