Feb. 1915.] Overzicht van eenige buitenlandsche tijdschriften.
Nu zijn de meeste hoogere chefs Infanteristen en is dus de tech
niek van dat wapen in goede handen, wat niet met de artillerie 't
geval is, terwijl juist daarbij de techniek zoo'n belangrijke factor
vormt.
Teneinde beter te verzekeren, dat het technisch gebruik van de
artillerie tot zijn recht komt, wil de generaal een andere organisatie,
welke tevens het z. i. alleen juiste massale optreden van de artil
lerie in den slag zou verzekeren. Hij wenscht de geheele legerkorps
artillerie onder één artilleriechef en voor een leger weer één artil
leriechef, welke c. q. de samenwerking der artillerie-afdeelingen bij
de korpsen regelt. Ook in vredestijd moeten deze chefs aanwezig
zijn, de artillerie commandeeren en zorgen voor eene eenvormige
technische scholing.
Zooals de toestand nu is, wordt de artillerie versnipperd en wor
den dus de hoogere artillerie-aanvoerders niet benut, zoodat zij ook
in vredestijd geen gelegenheid krijgen zich voor te bereiden voor
wat naar des generaals meening hun taak in oorlogstijd moet
zijn.
Verder zij vermeld een zeer uitgebreid artikel, dat nog vervolgd
wordt, getiteld „Procédés de commandement et redaction des ordres
en campagne", waarin de schrijver critiek uitoefent op de te veel
gedetailleerde bevelen, die in den regel worden uitgegeven, met het
gevolg, dat de troep ze veel te laat krijgt, terwijl omgekeerd de be
velen, d. z. de door den A. B. bevolen handelingen, moeten worden
vastgesteld lang vóórdat ze zullen worden uitgevoerd, hetgeen na
tuurlijk zeer nadeelig is in verband met de kans op belangrijke
veranderingen in den toestand.
De schrijver betoogt, dat indien de Opperbevelhebber tot eene
handeling besluit, eerst 11 a 12 uur later met de uitvoering begonnen
kan worden, voor bevelen van den Commandant van een Leger
wordt dit 8 a 9 uur en hij verwijst dan naar de snelheid, die in
dit opzicht Napoleon met zijne wijze van bevelen geven wist te
bereiken, waardoor hij 24 uur voor den slag, de concentratie van
alle troepen, die zich op 50 K. M. van het concentratiepunt bevonden,
kon gelasten.
Moltke was een groot tegenstander van lange bevelen en wees
op het verschil tusschen bevelen bij manoeuvres en tactische oefe
ningen op de kaart en bevelen in oorlogstijd. Volledige, alles en
nog wat omvattende bevelen waren z. i. fout, omdat daardoor de
hoofdzaak begraven raakt onder de details; in oorlogstijd, waar
veelal de tijd dringt, worden slechts korte en besliste bevelen behoor
lijk opgevolgd.
De schrijver wijst hierbij op de beroemde bevelen van Moltke
voor den bekenden rechtsopmarsch (26-8-70), alles en alles 16 regels
schrift.
168