Het op den voorgrond treden van de stellingoorlog, tegen alle
verwachting in, is oorzaak, dat de vechtwijze der wapens een zeer
bijzonder karakter aanneemt en speciaal wel geldt dit voor de cavalerie,
die nu voor hare gewone werkzaamheden vrijwel nutteloos is en
daardoor zuiver als infanterie gebruikt wordt.
Een groot nadeel van den stellingoorlog is, dat de stemming gedrukt
en de ondernemingslust ondermijnd wordt, de aanvoerders moeten
dit zooveel mogelijk voorkomen.
De schrijver uit de hoop, dat de Duitsche soldaat binnenkort weer
uit zijn loopgraven te voorschijn zal kunnen komen en tot den
bewegingsoorlog kan terugkeeren en dien met de oude energie zal
voeren.
Dit laatstè blijft o. i. voor beide partijen zeer de vraag, zoowel
om redenen van moreelen aard, als wel omdat voor den bewegings
oorlog er 2 liefhebbers moeten zijn en het is vrijwel zeker, dat beide
partijen achter de huidige stellingen, weder nieuwe in reserve hebben,
om, indien uit de tegenwoordige positie gedreven, opnieuw den
stellingoorlog te gaan voeren.
No: 162 bevat een bericht uit Constantinopel van 20-11, dat de
Turken het Suezkanaal bereikt hebben en bij Kantara de Engelschen
versloegen
Onder den titel „Hindenburgs Offensive— Französische Defensive"
worden citaten uit Zwitsersche en Italiaansche bladen aangehaald.
De Neue Züricher Z. bewondert terecht Hindenburgs „starken
mitleidlosen Willen", welke noodig is om na de vermoeienissen van
den slag toch nog de moeilijkheden van eene energieke vervolging
van de troepen te eischen.
De Corriere della Sera betoogt, dat de Franschen nog slechts
defensieve kracht bezitten en dat het aantal zieken reusachtig is,
terwijl bij cavalerie en artillerie gebrek aan paarden begint te
ontstaan.
Het Zwitsersche blad „Der Bund" verwijst naar een officieus
artikel in de Temps over de rol, die Japan zou kunnen spelen tot
het brengen van de beslissing door het zenden van een kwart mil-
lioen man naar Europa.
Verder bevat dit No. een in 1912 door een Engelschman geschre
ven artikel over de onvoldoende bemanning van de Engelsche vloot.
We achten geenszins onmogelijk, dat dit gebrek blijkt; ons is het
sukkelen met vrijwilligers ook niet vreemd. De Engelsche schrijver
wijt een en ander aan verkeerde zuinigheid. Wel, daarin zou hij
weieens groot gelijk kunnen hebben.
Journal des Sciences Militaires No: 168 (Augustus), bevat een
hoofdartikel over „La double Alliance" en de maatregelen van beide
rijken om zoo „gereed" mogelijk te zijn, voornamelijk door opvoering
der vredessterkte (in Frankrijk, de 3 jarige diensttijd, die echter pas
171
OVERZICHT VAN EENIQE BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. [Feb. 1915.