Overzicht van eeniqe buitenlandsche Tijdschriften. [Feb. 1915. Artilleristische Monatshefte October 1914. Gen. Maj. v. Richter vervolgt hierin een interessant artikel over de ontwikkeling van de Duitsche en Fransche Veld Artie. in de laatste 20 jaren; hij behandelt thans de opleiding en het gebruik van de Veld Artie. Bij de opleiding blijkt dan, dat de Franschen de meesters zijn, de Duitschers de geschoolde navolgers. De oefeningen in het ter rein, de ernstige beoefening van de indirecte richting en het innemen van gedekte stellingen, het vervangen van de technische schietoefe ningen in de schietkampen door tactisch schieten in afwisselend terrein, het samenwerken met vliegtuigen, dat alles werd door de Franschen het eerst ingevoerd en later door de Duitschers nagevolgd. Enkele verschilpunten in de opleiding zijn echter blijven bestaan. Zoo detacheeren de Franschen, om een goed wederzijdsch begrip van elkanders optreden te hebben, kapiteins, majoors en luit. ko lonels van de Infie. voor 10 maanden practischen dienst bij de Artie. en omgekeeid, terwijl zulks in Duitschland slechts bij enkele legerkorpsen plaats vond en alleen met 1ste Luitenants. Gen. v. R. vindt hierin dan ook aanleiding om het Fransche gebruik aan te prijzen. In Frankrijk oefent de batterij als regel op oorlogssterkte, terwijl in Duitschland pas in de latere perioden van het jaar door samen voeging oorlogssterke batterijen worden gevormd. Gen. v. R. erkent, dat de Fr. officieren en onderoff. daardoor beter geoefend worden, maar ten koste van de opleiding van de manschappen. Ook de toepassing van de eigenaardigheden van het snelvuur- geschut op het geheele schietwezen werd in Frankrijk het eerst doorgevoerd. Tegen levende doelen bijv. liet men het nauwkeurig bepalen van den afstand vervallen en vergenoegde zich met het bepalen van een vork, waarna met snelvuur gestrooid werd. Duitsch land volgde dit voorbeeld pas in de reglementen van 1911 en 1914. Gen. v. R. vermeldt echter, dat de schietopleiding der officieren in Duitschland grondiger plaats vindt dan in Frankrijk. Betreffende het gebruik zijn de opvattingen in beide landen tegenwoordig weer nagenoeg in overeenstemming, n 1. vroegtijdige beschikbaarstelling op het gevechtsveld tot gebruik gereed, om dadelijk te kunnen optreden tegen verschijnende doelen. Hoewel Frankrijk het eerst de bewakingsstelling heeft ingevoerd, deed het reglement van 1903 toch weer eenige afwijkende opvat tingen kennen, die echter in 1913 weer verlaten werden. Gen. v. R. geeft daarvoor de volgende verklaring. Het uit elkaar wijken van de Fr. en D. opvattingen vindt zijn oor zaak daarin, dat Fr. bijna 10 jaar eerder dan D. snelvuurkanonnen met schilden en uitstekende richtmiddelen voor indirecte richting bezat, en daaruit afleidde, dat de Fr. batt'ien. niet meer te vernietigen, doch slechts tijdelijk te verlammen waren. Deze opvatting werd ook op het D. sneivuurgeschut overgebracht, waaruit zou volgen, 177 I. M. T. 1915. 12.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 69