Scheiding tusschen Intendance en Militaire Adm. [Feb. 1915.
zooveel aantrekkelijker op is geworden, meer in het bijzonder ook
of, door te verwachten toeloop van officieren der wapens, een
voldoende keuze of zelfs maar een voldoende aanvulling is ver
zekerd.
Voor den administratie officier is de positie bij zijn eigen dienst
vak in zooverre verbeterd, dat hij als kapitein öf zelfstandig ge
westelijk dienstchef wordt öf bureauchef op het hoofdbureau.
Posities, welke ik voor mij niet zou willen ruilen voor de onderge
schikte, waarin de meeste kapitein-intendanten verkeeren. Deze
laatsten zijn bijv. als regel geen gewestelijk dienstchefvolgens het
officiersboekje toch waren er in 1914 8 kapiteins-intendant onder
geschikt, 4 geplaatst op het hoofdbureau en slechts één (te Padang)
gewestelijk dienstchef. Daarbij komt nog de aard van het gevor
derde werk. Wie zou meenen, dat technische kwesties daarbij de
hoofdschotel vormen, komt bedrogen uit. En dit ligt voor de hand.
Men zie eens om zich heen en beslisse dan, of dergelijke zaken
zoo veelvuldig en doorloopend aan de orde zijn, dat ze een heel
korps intendanten steeds bezig kunnen houden. Neen, zeer veel
tijd wordt in beslag genomen door bemoeienis met futiliteiten van
administratieven aard en—het voor 't kiezen hebbende—zou ik
voor mij dan toch nog altijd de voorkeur geven aan de behan
deling van geldelijke zaken boven die van administratief materiëelen
aard.
Voor den troepenofficier zal de werkkring bij de intendance, zoo
als die nu is, dan ook niet anders dan een désillusie kunnen zijn.
In plaats van te worden gezet aan de behandeling van belangrijke
aangelegenheden, waarvoor zijn studie hem heeft voorbereid, kan
hij zich gaan verdiepen in spitsvondigheden van administratieven
aard, welke aan het materiëel beheer, misschien meer nog dan aan
het geldelijk beheer, zijn verbonden en zelfs voor administratie
officieren veelal meer moeilijkheden opleveren dan zaken van gel-
delijken aard. Ik overdrijf niet. Men make zich slechts een oogenblik
los van theoretische beschouwingen en ga eens na, wat er voor
een kapitein - intendant te Soerabaja bijvoorbeeld, anders te doen
valt dan in hoofdzaak administratief werk. Of men stelle een troe
penofficier, na voltooide intendance studie, eens voor 't feit eene
aanbesteding te moeten houden en vrage hem dan na afloop eens,
hoe hij daar wel over denkt.
119