üf up nagekomen Stuk. Eenige aanieekeningen betreffende bet mezen en de taak nan den Topographischen Dienst in Hed.-Dndië. Een flnlmoord aan D.B. In de jongste Decemberaflevering van ons Tijdschrift vermeent D.B. bij eene bespreking van het Jaarverslag van den Topographi schen Dienst over 1914 ook eenige opmerkingen ten beste te kunnen geven over het wezen en de taak van dit dienstvak. Klaarblijkelijk voortgesproten als deze opmerkingen zijn, uit de te waardeeren militaire gevoelens van den schrijver, zouden wij ze, als erkenning van zijne goede bedoeling, gaarne met stilzwijgen hebben later, voor bijgaan, ware het niet, dat de wijze, waarop D.B. van zijne ziens wijze doet blijken, ons nopen ter zake de aandacht te vragen. Ten einde den lezer een naslaan van bedoelde bespreking te besparen, citeeren wij hier de voornaamste dier opmerkingen. De Topographische Dienst is onderdeel van het Leger en be hoort dus in de eerste plaats Legerbelangen te dienen Het dienstvak is langzamerhand verworden tot eene instelling, die ongetwijfeld hard en goed werkt ten nutte van lndië, doch waar bij hare eigenlijke taak meer dan lichtelijk in de verdrukking ge komen is Het volgende zinnetje is in verband met onze „grief" te teeke nend om het niet woordelijk over te nemen. De cursiveering is van ons. „In het 3de kwartaal 1914 werd door het vele spoedweik in het belang der defensie, veel stagnatie ondervonden in den gang der gewone werkzaamheden". Commentaar is verder wel overbodig. Wij zullen er ons alleen toe bepalen om, aan de hand van het verleden en heden van den topographischen arbeid in Ned.-Indië de juistheid van het door D. B. aangevoerde in het kort na te gaan. De topographische arbeid in Ned.-Indië is bij ontstentenis van eenig deugdelijk kaartenmateriaal, nimmer gericht geweest op een dienen van uitsluitend militaire belangen. Het veelzijdige nut, dat van de kaarteering eener voorheen onbekende landstreek kan wor den getrokken, de talrijke niet-militaire belangen, waaraan deze arbeid eveneens kan worden dienstbaar gemaakt, zouden zich op praktische en economische gronden hebben verzet tegen het toe kennen van een dergelijk beperkt perspectief aan het nut van deze werkzaamheden. Wèl zijn het bijna uitsluitend militaire overwe- 370

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 104