Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Mrt. 1915. De militie telt ruim 8000 officieren en bijna 120.000 man. Hare waarde is door tal van omstandigheden bijzonder gering en in geval van mobilisatie zal men al zeer tevreden mogen zijn, indien uit de militie een macht van 60.0C0 man gevormd kan worden. Over het geheel is dus de toestand van de landmacht weinig bevredigend. De Chef van den Generalen Staf streeft dan ook reeds geruimen tijd naar verbetering door bij het staande leger in te voeren een diensttijd van 3 jaar met 5 jarigen reservedienstplicht om daardoor op goedkooper wijze het staande leger in oorlogstijd te brengen op 59U.OOO man. Door veranderingen in de militie wil men voor haar een sterkte van 3.0.00) man verkrijgen en er tevens in oorlogstijd een orgaan van den Bond van maken (thans heeft elke Staat zijne eigen militie, met eenige controle van de zijde van den Bond). Achter dit leger van 800 000 man zou dan in 2de linie komen „The Volunteer Army", welk leger grootendeels in oorlogstijd gevormd en geimproviseerd moet worden, in den geest van het thans in de maak zijnde Engelsche reuzenleger van Kitchener. Over 't geheel is het Congres weinig willig waar het legeruitga- ven betreft, doch volgens den schrijver van het artikel is in dit opzicht een gunstige kentering—ten gevolge van een gewijzigde pu blieke opinie—te verwachten. 327

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 107