Tactische oefening op de kaart. (2e serie). Oplossing van oefening No. 11. Uit het gegeven dat de Cavalerie ter hoogte van paal 10 in voeling is met vijandelijke Cavalerie, is op te maken, dat het de Brigade gelukt is zich los te maken van de vervolging. Aangenomen mag dan ook worden datzie V. V. 75 (2)—de Brigade bij aankomst in de aangegeven lijn den normalen marschvorm had. De achterhoede zal hebben bestaan uit een bataljon infanterie, 1 batterij artillerie en 1 sectie mitrailleurs (V. V. 74 (2).) Bij de ontvangst van het bevél van den Commandant van het Leger den volgenden dag per spoor naar Poerwakarta te gaan, zal de Br. Comdt. tot de volgende besluiten komen: le. de brigade zoo spoedig mogelijk de noodige rust gunnen. 2e. wat betreft de beveiliging kan worden volstaan met 't afsluiten van de hoofdwegen. 3e. de Cavalerie, thans nog bij paal 10, moet in ieder geval tegen 't vallen van den avond, maar zoo mogelijk eerder te Bandoeng terugkeeren, te harer vervanging gaan 2 Infanterie verkenningsdeta chementen vooruit naar Gedébage (L 9) en den driesprong Oost van Tjipandjaloe (L. 7) Met deze 3 besluiten voor oogen geeft hij 't volgende bevel uit: LEGERINGSBEVEL VOOR HEDEN 1. De vijand heeft de vervolging gestaakt. Eigen Cavalerie is ter hoogte van paal 10 in voeling met vijandelijke Cavalerie. 2. De brigade gaat morgen per spoor naar Poerwakarta; aanvang spoorwegvervoer 4 uur v. min verband waarmede de marsch te Bandoeng zal worden gestaakt. Legering: a. hoofdmacht: Inf. I. Raceterrein. Inf. II Kebondjoekoet (G. 7), Inf. III Zuid van het station, Art. en Mitr. stationsplein, Genie Bantjeng (G 8); b. Algemeene trein op en om aloon2; le Brigade No. Tjitjadas 1 2 15 3nm. 328

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 108