Nagekomen Stuk.
(Mrt. 1916.
den plotseling anders en daarvan ondervond de gang der gewone
werkzaamheden waaronder te verstaan de werkzaamheden, welker
uitvoering door de Regeering was bevolen uit den aard der zaak
veel stagnatie. Het jaarverslag is op dat punt volmaakt juist van
taal en inhoud. De „grief" van D B. spruit alleen voort uit het op
willekeurige wijze vereenzelvigen van het staatsbelang met het
militair belang.
D. B. begrijpe goed de geest, waarvan zijn bespreking door
trokken is, getuigt van het tegendeel dat het voor den Topo-
graphischen Dienst zelve van geen gewicht kan zijn, aan welk deel
van de opgedragen taak wordt gearbeid en in welke mate, zoo
lang door oordeelkundige werkverschaffing en arbeidsverdeeling,
door eene goede organisatie en juiste groepeering der arbeidskrachten,
het functioneerend vermogen van zijn onderdeelen slechts naar
behooren gewaarborgd blijft.
Ten slotte eene opmerking! Ook in zijn lof en wel voor het
kortelings gepresteerde, zuiver militaire werk, gaat D. B. wat ver,
blijkende uit hetgeen hij aanteekent omtrent de schetskaart van de
residentie Cheribon, schaal 1:50.000. Het verfraaien van een be
oordeeling hoe goed ook bedoeld schaadt altijd aan de juist
heid van het oordeei, en meer in het bijzonder is dit het geval,
wanneer het oordeel dergelijk werk betreft. Daardoor worden
omtrent het nut van zulke, zeer vluchtige opnemingswerkzaamheden
geheel verkeerde illusies gewekt, die later ongetwijfeld tot decepties
zullen leiden, doch intusschen afbreuk hebben gedaan aan de waar
deering van technisch juisten arbeid. De schetskaart van Cheribon
is inderdaad in ,,no time" vervaardigd, en, op grond zoowel daar
van, als van de terreingesteldheid zegt onze ervaring, dat bedoelde
kaart niet anders zijn kan dan „eenigszins betrouwbaar", en dat,
indien zij die hoedanigheid werkelijk bezit, reeds dan over deze
kaart gesproken mag worden als over een knap stuk werk.
Een oud Hollandsch spreekwoord zegt: „Haastige spoed is
zelden goed". Veelal wordt door den niet-topograaf uit het oog
verloren, dat opnemingen, of zij goed zijn of slecht, altijd geld
kosten en de slechte, naar verhouding tot haar nut, het meest,
doch dat goede opnemingen in de beteekenis van juist en volle
dig van voorstelling bovendien vragentijd.
H. J. K. Schuitenvoerder.
Ilascbrifi.
Hieronder volge een enkel woord ter beantwoording der voren
staande artikelen van de Kapiteins v. Roon en Schuitenvoerder.
Waar beide schrijvers ongeveer hetzelfde betoogen, vermeen ik mij
kortheidshalve in hoofdzaak tot een der 2 artikelen (dat van den
Kapitein v. R.) te kunnen bepalen.
375