Mrt. 1916.] De taak van den Topografischën Dienst.
irrigatiewerken hoeveel op het geologisch onderzoek van onze
koloniën? Volgens den bekenden mijningenieur Verbeek duurt het
vervaardigen van eene nieuwe geologische kaart vijfmaal langer
dan het compileeren van zoo eene naar bestaande goede kaarten.
D. B. zegt „het militair belang (wordt) met triangulatie op
Sumatra, Celebes, Bali en Lombok, met kaarteering van Sumatra
en Zuid-Celebes niet alleen weinig, doch beslist niet gediend," en,
toen we dat lazen, moesten we eerst onze lorgnet schoon poetsen,
maar werkelijk, het staat er.
Past de kaarteering van Sumatra dan niet volkomen in het kader
van het „plan vlootbasis" van den generaal W. R. de Greve?
Kon door de hechtere consolidatie van ons gezag op de Buiten
bezittingen, deels ook al door vermeerdering van topografische
kennis, de troepenmacht op Java niet belangrijk versterkt worden?
De triangulatie van Bali en Lombok zal het mogelijk maken,
binnen niet al te langen tijd te geraken tot een deugdelijk land-
renteonderzoek, waardoor een eind zal komen aan tal, reeds zoo
lang bestaan hebbende misbruiken, dat orde zal scheppen in een
chaos van ongerechtigheden en dat zal ieiden tot de gewenschte
en dringende billijkheid bij de verdeeling van de op de bevolking
drukkende lasten. Is een tevreden en aan ons gehechte inlandsche
bevolking, vooral na hetgeen in den laatsten tijd is gebleken, geen
zaak van hooger militair belang? Het zal toch wel aan D. B.,
wellicht meer dan aan ons, bekend zijn, dat de te verwachten
houding van de inlandsche bevolking, eene voorname factor in
ons stelsel van verdediging moet uitmaken.
En, al vormt het wel is waar, een op zich zelfstaand en niet
alledaags voorkomend feit, diende de militaire opzichter Santé,
toen hij eene bende kwaadwilligen wist te knippen, niet het
militair belang?
„Eine jede Landesaufnahme bedingt einen derartigen Aufwand
an Geld und Arbeit, dass sich ketn Staat den Luxus einer doppet
ten Aufnahme gestatten kann.
1) Door irrigatie: welvaart; door welvaart: gehechtheid aan ons
bestuur, getuige de spontane uitingen van trouw bij het oplaaien van
den grooten wereldbrand.
278