Maart 1915.] Tactische oefening op de kaart. 2e serie. spoorwegvervoer. Vermoedelijk zal de Br. Ct reeds vóór dat uur beschikken over de noodige treincirculaires en kan dus reeds op 't rapport worden opgegeven op welke uren de verschillende on derdeden moeten vertrekken en wanneer ze kunnen aanvangen met het inladen. Anders zal moeten worden volstaan met he aangeven van de volgorde, waarin de verschillende onderdeelen zullen gereed moeten staan, onder vermelding dat het uur nog later zal worden bekend gemaakt. Bekend is reeds gesteld, dat het spoorwegvervoer zal duren van 4 v. m. tot 2 n. m. Vooral met 't oog op de verple ging den volgenden dag is het zaak, dat de troepen zoo spoedig mogelijk weten op welk uur ze gereed moeten zijn (de keukenwa gens moeten natuurlijk h eg zijn als ze worden ingeladen). Wat nu betreft de volgorde, zal liefst niet worden begonnen met de bereden wapens, aan den anderen kant mag niet uit 't oog worden verloren dat, zoolang optreden van den vijand niet is uitgesloten, het ook geen aanbeveling verdient alle Inf. vooruit te zenden. Hiermede rekening houdende, zou de volgorde kunnen zijn: Inf. 11, Alg. trein, Art. 1, 2 I, Genie Inf. Ill, Cavalerie, Mitrailleurs, Inf. Ill, Inf. I, Art. 3 1, 1 sectie Mitr. Inf. IV. F. Tactische Oefening. 3de 5erie. De oefening is ontworpen met het vooropgezette denkbeeld om, voor eene afdeeling, ter sterkte van 1 Brigade, eene tactische oefe ning te geven, die in haar geheel op het kaartblad van Oefening 11 (de laatste oefening van de vorige serie) kan worden uitgewerkt en die, bij eene praktische oefening, gecombineerd met deze Oefe ning No. 11, tot een gevecht zou leiden. Den liefhebbers van het oplossen van tactische vraagstukken wordt in overweging gegeven, om, alvorens het ondervolgende te lezen, zelf eene tactische Oefening voor Rood te ontwerpen, die aanpast aan de gegevens uit Oefening 11 en die voldoet aan de bovengestelde eischen. De Blauwe partij (uit Oefening il) kwam op 1 Februari, 3 uur n.m. in de nabijheid van Bandoeng aan. Zij heeft, na het gevecht, waarover in oefening 11 sprake is, ongeveer een dagmarsch 15 paal) moeten afleggen. Dat gevecht moet dus zijn geëindigd, op z'n laatst, om ongeveer 11 uur v m. De vijand (Rood) is overmachtig, doch vervolgde niet, zelfs niet met zijne overmachtige Cavalerie Immers om 3 uur n.m. is de Blauwe Cavalerie nog met de Roode in voeling op 10 paal van Bandoeng of ongeveer op7L£ paal afstand van het verlaten gevechts- veld. Rood moet dus slechts zéér weinig Cavalerie voor de ver volging hebben aangewezen, anders zou die Cavalerie wel in staat zijn geweest het Yi Eskadron Blauwe Cavalerie verder terug te werpen. Laten wij aannemen, dat Rood geen specialen last van 330 Oefening Do. 1.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 110