Promo t LstAnd.
[Maart 1915.
staan, bekleeden bijna 5 jaar dien rang. de laatst bevorderde Maj< or
der Artillerie was op dat tijdstip 28 jaar Officier, waarvan o jaar
Majoor enz.
Daarom komt het urgent voor de formatie, althans van Infanterie,
Artillerie en Intendance, tijdelijk zoodanig uit te breiden, dat alle
Kapiteins van 22 en meer jaren dienst direct tot Majoor kunnen
worden bevorderd en dat Hoofd-Officieren, die 3 jaar in den Majoors-
of Overstesrang hebben gediend en die overigens geschikt zijn,
terstond tot den naast hoogeren rang kunnen worden bevorderd
Hiertegen kunnen zeer vele papieren bezwaren worden ingebracht,
maar met eenigen goeden wil zijn die gemakkelijk te omgaan. Het
leger zal er niet duurzaam onder lijden, wanneer tijdelijk Majoors
in Kapiteinsbetrekkingen worden geplaatst.
X.2
naschrift.
Hoewel wij de argumentatie niet in alle deelen gelukkig achten,
plaatsen wij bovenstaande bijdrage, omdat het daarin aangeroerde
onderwerp in het officierskorps druk besproken wordt Het komt
ons gewenscht voor de quaestie te bespreken van een meer algemeen
standpunt, dan de geachte inzender heeft ingenomen.
De veel misbruikte „abnégation militaire", een o. i verouderd
begrip uit den tijd van het romantisme kan er dan buiten blijven
opkomen voor eigen belangen of voor die van het korps is niet
te rijmen met zelfverloochening.
Het stopzetten van de promotie benadeelt niet alleen de belangen
van hen, die hoog in de lijst van hun rang staan, maar die van
alle officieren
Wanneer een overste door bedoelde maatregel geruimen tijd ie
laat kolonel wordt, wordt ook de jongste 2de luitenant op den duur ge-
ruimen tijd te laat kapitein enz. Deze maatregel werkt dus jaren en
jaren na. Een enkele hoofdofficier moge al, door het vertragen van de
promotie, ten slotte te oud worden om nog bevordering te maken
en dus degenen, die op hem volgen, niet meer ophouden, dergelijke
gevallen, waarin de wreede gevolgen van den oorlogstoestand zeer
i duidelijk blijken, zullen tot de uitzonderingen blijven behooren.
Voorts worden de individuen, wier bevordering thans wordt
tegengehouden, benadeeld voor het geval er een strijd om onze
koloniën mocht uitbreken Komen zij daarin te vallen, dan krijgt
hunne weduwe minder pensioen, worden zij verminkt, dan voelen
zij in hun pensioen de vertraging van promotie.
De enkelen, die van dezen maatregel profiteeren, zijn zij, die onge
schikt zijn voor den naast hoogeren rang; zij kunnen thans blijven
doordienen zonder gepasseerd te worden.
337