Mrt. 1916.] De taak van den Topografischen Dienst.
De Zwitschersche kolonel prof. F. Becker, wiens frissche denk
beelden ieder rechtgeaard topograaf weldadig moeten aandoen en,
die ook juist in het militaire-en daarom bij de oorlogsbegrootirg
steeds bepingeld wordende - karakter van hetEidgenössischeTopogra-
phische Bureau een ernstig gevaar ziet voor verdere en hoogeie
ontwikkeling van die instelling, zegt in een zijner pas verschenen
geschriften
„Die Landestopographie muss aus ihrer klösterlichen Absonderung
heraus und mitten hinein in das Getriebe des vaterlandischen wis-
senschaftlichen und wirtschaftlichen Lebens gestellt werden. Dann
wird auch der Baum der Landesvermessung neu und kraftig treiben.
„Die Landesaufnahme, der die Landesvermessung vornehmste Die-
nerin und Schwester, nicht kargende Mutter sein soil, ist eine grosse
soziale, eine patriotische Arbeit, die mit staatsmannischer Einsicht
und mit vollem Verstandnis des Ineinandergreifens und Durcheinan-
derbedingtseins aller Zweige landeskundlichen Forschung zu b;trei-
ben ist, mit der Begeisterung, die aus der gegenseitigen Anregung
aller ihrer Funktionare esntsteht."
De Engelsche Ordnance Survey, aanvankelijk eene zuiver mili
taire instelling, kwam in 1870 onder het Ministerie van Openbare
Werken en is sedert 1889 ingedeeld bij het Ministerie van Land
bouw. In Wurtemberg worden de officieele kaartwerken uitgevoerd
door het „Königliche statistische Landesambt", in Baden is de
Topografische Dienst ondergebracht bij de „Oberdirection des
Wasser- und Strassenbaues.", Zweden heeft sinds 1894 zijn bureau.
„Rikets allmannakartverk", waarvan de Topografische Afdeeling
van den Generalen Staf (Topografiska Afdeling) een onderdeel
is; in Noorwegen worden door het Geografische instituut (Norges
geografiske Opmaaling) alle werkzaamheden verricht, die op de
officieele cartografie van het koninkrijk, zoowel land-als zeekaarten,
als kaarten voor civiel en militair gebruik betrekking hebben.
De toenmalige kapitein van den generalen staf F. de Bas, die
zich bijzonder goed—beter misschien dan verscheidene onzer topo-
grafen—in de cartografie van Nederlandsch-indië had ingewerkt,
pleitte reeds in 1876 voor de oprichting hier te lande van eene
1) Wesen und Aufgaben einer Landesaufnahme.
280
