Mrt. 1916.] De TAAK VAN DEN TOPOGRAFISCHEN DIENST. en wat is het gevolg geweest? Heimeten en nog eens hermeten, bovendien wantrouwen in den Topografischen Dienst. D B. wil volledige vermelding van details, kleine verheffingen en inzinkingen, maar op welke schaal moeten dan de kaarten voor militair gebruik vervaardigd worden? Het klinkt als een paradox, maar wij hebben neiging onze kaarten te gedetailleerd te maken en daarom zijn zij niet nauwkeurig, d.w.z. niet blijvend nauwkeurig, vooral voor hen, die geen kaart kunnen lezen en met de handen in het haar zitten, wanneer een mijlpaal of ander dergelijk gemak kelijk orienteeringsvoorwerp ontbreekt (d w.z. verplaatst, of bijge komen of afgebroken is). Eene kaart moet sober gehouden worden. Kolonel G. Bancalari van het Oostenrijksche leger, die ofschoon geen topograaf, toch een helder oordeel over kaarten toont te heb ben, schreef in 1894 „Für den Disponirenden ist es zweckmassig, wenn seine Aufmerk- samkeit nicht allzusehr von kleinen Bodendetails der Karte abge- zogen wird; für seinen Befehl ist es zweckmassig, wenn der Truppe nicht Dinge im voraus vorgeschrieben werden, welche sie dann bei anders vorgefundenen Verhaltnissen aus eigenen Entschlusse anders machen muss. Der taktische Befehl sei überhaupt grossziigig und nicht von hemmender Ausführlichkeit, wie es bei einem gebildeten Offi ciers-Corps gegenüber, welches der Maschinemdssigkeit der Linear- taktik langst entwachsen ist, geziemt. Und solche grosszügige Be- fehlen brauchen auch grosszügige Karten." Wat echter op de kaarten staat, moet er goed op staan. De geschiedenis van de herziening van de Fransche 1 80.000 kaart, eene lijdenshistorie van het begin tot het eind, zij in deze een waarschuwend voorbeeld om met half werk tevreden te zijn. Wanneer wij onze opnemers gelegenheid geven om met het verband de hand te lichten, dan weet men niet, waar het einde is. En vooral niet jachten, want „en matière de cartes, les travaux hatifs sont toujours de mauvais travaux, a moins qu' ils ne soient faits par des opérateurs trés habiles, trés exercés." 2) D B. spreekt van eene verwording van den Topografischen Dienst, in gunstigen zin dan altijd; die verwording zou in ongunstigen zin 1) Stüdien über die österreichisch-ungarische Militar-Kartographie. 2) General Berthaut. La Carte de France. 282

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 14