De taak van den Topograeischen Dienst. [Mrt. 1916. werken, indien wij zouden breken met „cette conscience du topo- graphe, qui fait que la main se refuserait a tracer une ligne dou- teuse", wanneer we knoeiers op last gingen fokken en, willens en wetens, bandeloosheid in de hand gingen werken. We zouden mannen als Preis, Solcer, Werbata en zoovele anderen, een vroeg- tijdigen dood bezorgeji. Zijn we het tot dusverre niet met DB. eens, met hem betreuren wij het, dat er helaas na eene vijftigjarige werkzaamheid van den Topografischen Dienst nog geen volkomen betrouwbare kaarten van geheel Java bestaan,; de archieven kunnenechteruitwijzen.dat noch het Legerbestuur, noch de Indische Regeering in dat opzicht eenig verwijt treft, maarhet daghet in het oosten, en dat juist, omdat de Topografische Dienst niet in de eerste plaats Legerbe langen dient. Welhaast zullen we voor civiele doeleinden van het geheele eiland kaarten op 1:5000 hebben, dus op tweemaal grooter schaal, dan die de moderne denkbeelden aanbevelen voor het grond- materiaal. 2) Wat Madoera betreft, worden thans tegelijk met de landrenteme tingen zooveel mogelijk de topografische detailbladen herzien en in deze richting zal voortgewerkt moeten worden. Zoodoende worden de beschikbare krachten economischer gebruikt, zoodat het dan niet meer zal voorkomen, dat in eene zelfde resi dentie eene opnemings- en eene landrentebrigade naast elkaar werken. Evenals b.v. in Beieren en Wurtemberg en tegenwoordig ook in Frankrijk, zouden de kadaster (hier landrente-) kaarten, waarop ook het raam van het verticale verband moet voorkomen3) .omgewerkt 1) Bij G.B. van 25 Maart 1864 (twee jaar geleden vierden wij ons gou den jubileum) werd bepaald, dat de Topografische Dienst een zelfstandig onderdeel van de Directie van de Genie zou uitmaken; zijn eerste Chef, de hoogst bekwame luitenant-kolonel W.F. Versteeg, overleed den 15en November 1913 (zie necrologie Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap 1914). 2) Moderne schrijvers op topografisch en cartografisch gebied achten voor civiele en technische doeleinden de schaal 125.000 te klein en staan die op 10.000 voor. Men raadplege hiervoor de geschriften van Frank, Koppe, Muller e.a. 3) Berustende op eene nauwkeurigheidswaterpassing, uitgaande van een algemeen vergelijkingsvlak, waardoor een einde zal komen aan den tegenwoordigen toestand van volslagen anarchie op dit gebied. 283

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 15