Mrt. 1916.] Het voorkomen van zonnesteek volgens artikelen IN DE JAPANSCHE MILITAIRE PERS. niet tegen de zon beschermd. Dat het jlaatste nadeel door een nekbeschermer opgeheven worden kan, schijnt bij geen schrijver opgekomen te zijn. Het verslag van de door den minister van oorlog benoemde com missie vermeldt de procentsgewijze verdeeling der gevallen over de verschillende maanden, waaruit blijkt, dat in de 2d jaren, waarover het onderzoek liep, gemiddeld voorkwamen: in Juni 512 en in Juli 47.46 o/o, terwijl dit cijfer in Augustus, de warmste maand van het jaar, daalde tot 21.90°/o Tevens bleek uit het verslag, dat in het jaar 1909 van de 531 gevallen er 7C0/0 voorkwamen bij eerste jaars, 26% bij tweede jaars en slechts 40/0 bij derde jaars manschap Uit deze cijfers blijkt, dat ongewoonte een voorname rol speelt bij het voorkomen van zonnesteek en dat eene in tropische gewes ten optredende japansche expeditionaire troepenmacht vooral in den aanvang ernstig met dit kwaad te kampen zal hebben. Ook in den afgeloopen zomer werden de proeven met de dorst- lesschende „hokenjo" pastilles bij de divisiën voortgezet. Al mogen zij min of meer aan de verwachting beantwoord hebben, zij kunnen nimmer een afdoend middel tegen zonnesteek zijn, daar zij wel het gevoel van dorst wegnemen, maar het groote verlies van vocht uit het lichaam niet aanvullen 3). Onvoldoende uitwaseming wordt eene andere oorzaak van zon nesteek genoemd, zijnde van meer invloed dan de hooge tempera tuur. Niet alleen het groote vochtigheidsgehalte van den dampkring belemmert de uitwaseming, maar ook de militaire kleeding, die het lichaam aan den hals, de polsen en de beenen afsluit, terwijl de uitrusting dit ongemak nog vergroot. Zooveel mogelijk moet hieraan 1) Proeven toonden aan, dat bij eene temperatuur van de buitenlucht van 75» F. de temperatuur der binnenruimte van een aan de zon bloot gesteld hoofddeksel, ransel en patroontasch nagenoeg 100° F. bedroeg. 2) Neemt men in aanmerking, dat bij de infanterie de 3de jaars man schappen niet onder de wapens zijn, dan krijgt dit laatste procentcijfer een geheel ander aanzien en mag het niet met de andere vergeleken worden. 3) De Japanner heeft voor zonnesteek het woord „Katsu-byo' d. i. uitdrogingsziekte; katsu beteekent dorst en wordt in algemeenen zin voor uitdrogen gebruikt; byo is ziekte. 288 Pen I H

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 20