Fleet-in- being. [Mrt. 1916 tellen, naarmate we meer zijn, is m i. onbetwijfelbaar. Met een leger van 500060 man had onze regeering niets aan haar tegen woordig standpunt behoeven te wijzigen: met dezelfde bezadigd heid en vastberadenheid had zij kunnen protesteeren tegen al dat gene, waart egen ze dat nu gedaan heeft, de grenswacht te Mi'ligen had op een boven den Rijn bij Pannerden zwevende zeppelin geen patroon meer, maar ook niet minder, behoeven te schieten, dan zij nu in Augustus 1914 deed, de maatregelen tegen smokkelhandel hadden volmaakt dezelfde kunnen zijn, aan een erger schreeuwende oorlogszuchtige courant, had zoo noodig, met evenveel gemak het zwijgen opgelegd kunnen worden, enz. De opmerking van Kapt. Muurling op blz. 658 zou, terugredeneerend, beduiden kunnen, dat geen man en geen cent het beste ware geweest (wat natuurlijk schrij vers bedoeling niet was). Een vloot, zoo sterk als wij die kunnen bouwen om Indië te verdedigen, behoeft ons niet van ons standpunt van neutrale politiek af te brengen, als de vaste wil daartoe aanwezig blijft. Dat zoo'n vloot een o.s. vloot zou zijn: best mogelijk maar wie zegt dat ons maximum veldleger in Holland voldoende sterk is voor alle gevallen? We zijn nu eenmaal klein, en kunnen niet meer doen, dan we kunnen. Zooals de toestand nu is, kan iedere B. V. zonder veel moeite niet enkel Alor, maar zeer goed Celebes, Borneo, inpalmen, daarbij ter vermijding van te veel jalouzie onze tinmijnen met rust latend. We zouden dan in een weinig bloedig, doch hoogst belangrijk conflict betrokken worden. Wie bewijst, dat dit, desnoods het volgend jaar, niet gebeuren kan „Dekt Nederland soms Ameland?" Het kan't niet. Maar als het volgend jaar de veldspoorbaan van den Bosporus via Jeruzalem naar Port Said klaar is, wie bewijst me dan, dat Engeland persé niet Amel and of de Vlieree als kolen-depot zal behoeven (dus zal nemen) om met 50 krachtsbesparing Wilhelmshaven te blokkeeren? 1) Men verlieze hierbij niet uit het oog, dat degeen, die ons van ons neutral standpunt verdrijft, ons tegen zich en dus aan de zijde van den vijand krijgt. Nooit aan de eigen zijde. Dat is het verschil met Bulgarije of Griekenland. I) Den lezer, die een helder en aangenaam te volgen werk over „Maritieme Strategie en Zeetactiek" wil naslaan, zij het werk van den luit', ter zee le kl. Putman Cramer aanbevolen. 301

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 35