Het V.A.K. [Mrt. 1916. lid van liet V. A. K., meer daggeld behoeft te ontvangen dan een gewoon officier, zelfs meer dan een hoofdofficier. Een daggeld van f 2 voor den hulp-chauffeur, waarvan niet eens uitdrukkelijk vermeld wordt, dat hij moet kunnen chauffeeren, is geheel over dreven; een ervaren chauffeur krijgt, als de baas heel royaal is, 53 ct. eetgeld, meer niet. Ook is het m i. niet te verdedigen, dat de vergoeding per K. M. wordt toegekend, onafhankelijk van den wagen. Een prachtige 6-zits Daimler, als op de groote manoeuvres aanwezig was, kost per K M. toch meer dan een eenvoudige Ford, welk merk eveneens in het V. A. K. vertegenwoordigd is. Het zou moeilijk zijn voor alle meiken en typen eene schaal van vergoeding naar billijkheid samen te stellen, maar het is ook ongewenscht, dat het V. A. K. een staalkaart van alle mogelijke (en onmogelijke) merken bezit. Is eenmaal duidelijk, waarvoor het V.A.K. moet dienen, dan is het vanzelf uitgesloten, dat daarin de meest uiteenloopende soorten vertegenwoordigd zijn. Men komt dan wellicht niet tot slechts enkele merken, maar toch wel tot een bepaald type, dat in ver schillende merken ongeveer gelijksoortig voorhanden is. Wat de aanname van leden betreft, moet onderzocht worden of die heeren in oorlogstijd niet beter te gebruiken zijn. Oud-officieren (2e lid van art. 10) zullen toch beter bij den troep en in de depots te bezigen zijn; een electro-technisch ingenieur, thans lid van het V.A.K., zal toch spoedig naar de Preanger gezonden worden om van zijne speciale kundigheden te profiteeren bij de inrichting van de stellingen enz. aldaar; een lid, de op één na hoogste in Indië, van een der grootste banken, zal in die qualiteit moeilijk gemist kunnen worden; van vaklui op auto-gebied kan beter geprofiteerd worden dan door ze aan het stuur te plaatsen enz. Als de ledenlijst van het V.A K. te dien opzichte ee .s critisch wordt nagegaan, zullen er vele namen geschrapt mjeten worden. Wat de overige bepalingen ointre .t het V.A K. betreft, dienen de leden geen misbruik te maken van de vrijheid de uniform ook bui ten dienst te dragen <3e lid art. 10). Het mag niet vooikomen, 1) Ook wordt niet voldoende gecontroleerd, of de leden Wel in liet bezit blijven van een auto. Voorde ledenlijst zie Jaarboek 1915 J.M.C. blz. 127 e.v. 309

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 43