Mrt. 1910.] De Japansche Keizermanoeuvres in October 1915.
Naar een scheidsrechter mededeelde, verlangde de leiding gedu
rende deze manoeuvres het aanvallen op uit defilé's débouchee-
rende marschcolonnes te beoefenen, hetgeen ook op het gebied der
gevechtsleiding veel belangwekkends beloofde. Inderdaad bestond
het manoeuvreterrein uit een wegenarm heuvelland en eene daaraan
grenzende vlakte, zoodat eene minderheid gelegenheid kon hebben
eene overmachtige tegenpartij aan te vallen, voordat deze al hare
krachten voor het gevecht beschikbaar had. Echter was het heu
velland wel arm aan wegen, doch volstrekt niet onbegaanbaar voor
infanterie en cavalerie, zelfs niet overal voor veldartillerie, zoodat
de wegen geen ware defilé's vormden. Daarentegen hadden zware
regens in de aan het heuvelland grenzende vlakte de wegen zeer
modderig gemaakt; de rijstvelden, waarvan de padi reeds gesneden
was, stonden nu meerendeels onder water, zoodat de drie wapens,
vooral de cavalerie en de veldartillerie, buiten de wegen vaak on
overkomelijke moeilijkheden ondervonden. De rollen waren dus
omgekeerd: de defilé's bevonden zich in de vlakte en niet in het
heuvelland en bovendien ondervond het leger, dat in de vlakte
optrad, ten gevolge van den slechten toestand der wegen veel ver-
traging. Zoo kwam het anders uit, dan de leiding verwacht had en
was het aantal der niet met de werkelijkheid overeenkomende
manoeuvrebeelden overmatig groot,
De leiding beschikte over een kabelballon tot het geven van
seinen tot beginnen, schorsen en eindigen van de oefening, en over
telefoonverbindingen; radiografische stations, zooals in 1913, waren
niet aanwezig.
Ten opzichte van de vliegtuigen, waarvan vier bij elke partij
ingedeeld waren, was aangenomen, dat op hen gericht geweervuur
binnen 1000 M., artillerievuur binnen 1500 M. gevaarlijk geacht
werd. Voorts was bij elke vliegafdeeling een scheidsrechter inge
deeld om te letten op de verbinding tusschen de vliegtuigen in de
lucht en den commandant van het betrokken leger en om de ver
richtingen van elk vliegtuig te beoordeelen in verband met hoogte
en snelheid en met de berichten van troepen, welke op het vlieg
tuig gevuurd hadden.
B. De troepen.
De aan de manoeuvres deelnemende troepen waren gegroepeerd
312