Het Japansche Velddienstvoorschrift van 6 Juni 1914. [Maart 1915. Boofdsluk VII. Treinen. Niet alleen zijn de korpscommandanten verplicht al hunne zorg aan hunne treinen te wijden, maar ook de commandanten van den trein en zijne onderdeelen zorgen steeds in verbinding te blijven met het troependeel, waartoe zij behooren. Om te voorkomen, dat de treinen de bewegingen van de troepen hinderen, moeten zij van zorgvuldig uitgewerkte bevelen aangaande hun marsch voorzien worden. De gevechtstrein bestaat uit de handpaarden van officieren, ge neeskundig materieel, pioniergereedschap der infanterie en der genie troepen, materieel voor draad- en seingemeenschap, reservevoertuigen en reservetrek- en draagpaarden. De bagagetrein bestaat uit de vervoermiddelen voor de spring middelen der cavalerie, gereedschappen bij de genietroepen, kas, levensmiddelen, reservebeslag, hoefsmidsgereedschappen, reserve- kleederen, kookgereedschap, reservevoertuigen. Boofdsfuk VIII. Verpleging. De verpleging geschiedt uit den medegevoerden voorraad (bij den man, in den bagagetrein en in de proviandcolonnes van den algemeenen trein), uit de magazijnen of uit de plaatselijk aange troffen voorraden (door aankoop, door requisitie, door fourageerir.g). Soms kan de verpleging rechtstreeks door de plaatselijke bevolking geschieden. In het vorige voorschrirt werd deze wijze het eerst genoemd. Zij geschiedt volgens dezelfde beginselen als vroeger. In het nieuwe voorschrift zijn de dagrations te velde voor man en paard opgenomen. Zij zijn de volgende: a. Per man. 0.81 L witte rijst, 0.34 L. gekneusde gerst, 0.15 K.G. vleesch in blik, 0.01125 K.G. zout, 0.01875 K.G. shoyu-extract, voorts een niet genoemde hoeveelheid versche en gezouten groen ten en andere toespijzen. Indien geen gerst voorhanden is, wordt het rijstration tot 1.08 L. vermeerderd. 267

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 47