Mrt. 1916.] De Japansche Keizermanoeuvres in October 1915. van sterke nevenafdeelingen. Behalve eenige pogingen tot omvatting en overvleugeling van zuiver plaatselijke beteekenis, werden beide partijen front tegen front aangezet. Het wegenarme terrein leidde van zelf tot groote uitbreiding in de breedte, daar de Japanners nooit meer, meestal minder dan ééne divisie op één weg laten marcheeren. Zooals gewoonlijk marcheerden de divisiën als regel in twee colon nes naast elkander, waarbij de divisiecommandanten, door eene hoofd macht aan te wijzen, welke alleen van hen bevelen ontvangen kon, hunne vrijheid van handelen verzekerden. Eigenlijk werd dus de voorhoede van huis uit in twee van elkander onafhankelijke marsch- groepen ontplooid, achter één waarvan het gros der divisie volgde. Voorts werden somtijds aangewezen eene flankdekking en afdee- lingen tot het houden van verband met nevencolonnes. Op den 20sten October, toen een ontmoetingsgevecht vertoond werd, ontwikkelde zich de Noordelijke partij, 24 bataljons infanterie, over een front van 9H K.M.; de Zuidelijke partij, 18 bataljons, bracht het tot 8 K.M. De nadeelen van dit groote front deden zich o.a. bij de Noordelijken gevoelen, waar bij de ontwikkeling tot het gevecht eene groote open ruimte tusschen de beide divisiën ontstond, zoodat de Opperbevelhebber zich genoodzaakt zag zijne algemeene reserve, trouwens niet meer dan 1 regiment infanterie, uit de hand te geven om het gat te stoppen. Den 21sten October bezetten de Noordelijke troepen eene stelling met een front van ongeveer 10 K.M., zoodat de Zuidelijke partij, die 6 bataljons infanterie minder dan de Noordelijke telde, zich naar verhouding nog meer in de breedte uitbreiden moest, en de Opper bevelhebber zijne algemeene reserve, 1 regiment infanterie, al heel spoedig moest inzetten om den aanval gaande te houden. Hij had evenwel geen succes en moest, ingevolge de beslissing van den leider, het gevecht afbreken en terugtrekken. Alzoo gaf de 22ste October te zien den terugtocht der Zuidelijken, aangevangen te middernacht, uitgevoerd over een front nagenoeg even breed als het gevechtsfront van den vorigen dag en gedekt door eene achterhoede, welke langzaam van dekking tot dekking terugtrok. In de stelling, waarop de Zuidelijke troepen terugtrokken, bezette de 3ste divisie een front van 4 K M de 37ste brigade infanterie een 316

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 50